Wanneer bent u strafbaar onder de gewijzigde Opiumwet?

Op 26 juni 2015 eiste het Openbaar Ministerie (OM) drie maanden cel voor een eigenaar van een growshop die medio maart 2015 werd aangehouden. Deze en andere aanhoudingen van growshophouders zijn een gevolg van de met ingang van 1 maart 2015 gewijzigde Opiumwet. In dit artikel bespreken we wanneer u strafbaar bent onder de nieuwe regels.

De Wet voorbereidingshandelingen illegale hennepteelt, zoals de wijzigingswet van de Opiumwet heet, introduceert de strafbaarstelling van de zogeheten facilitator. Dit is een persoon die zich schuldig maakt aan voorbereidingshandelingen of bevordering van illegale hennepteelt.

In dit artikel bespreken we wanneer sprake is van een facilitator. Om goed te begrijpen wat de aard en rol van de facilitator is, bespreken we ook de andere categorieën van betrokkenen bij het bezit, de teelt en de verkoop van hennep:

  1. Thuisgebruiker
  2. Hobbykweker
  3. Professionele kweker
  4. Coffeeshop
  5. Facilitator
  6. Growshop
  7. Land- en tuinbouwcentra

1. Thuisgebruiker

Nederland is een van de weinige landen waar gebruik van cannabis (marihuana en hasj) tot op zeker hoogte wordt gedoogd. Het gedoogbeleid houdt onder meer in dat het voorhanden hebben van maximaal vijf gram cannabis of maximaal vijf hennepplanten niet wordt vervolgd en ook niet mag worden vervolgd voor personen ouder dan achttien jaar. Een dergelijk eigen gebruik is in Nederland praktisch niet strafbaar.

2. Hobbykweker

Dit betekent echter niet automatisch dat hennepteelt ten behoeve van gedoogde eigen gebruik zelf ook toegestaan is. Zelfs als men minder dan vijf planten bezit, maar wel voldoet aan twee of meer punten uit de lijst met indicatoren met betrekking tot de mate van professionaliteit uit de Aanwijzing Opiumwet wordt aangenomen dat sprake is van beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Indien men minder dan vijf planten bezit en aan maximaal één punt voldoet uit deze lijst is sprake van hobbykweek die niet vervolgd wordt.

3. Professionele kweker

Beroeps- of bedrijfsmatige teelt wordt niet gedoogd en is dus altijd strafbaar. Een (hobby)kweker zit overigens al snel aan deze twee punten. Zo levert het gebruik van speciaal verrijkte aarde in combinatie met de teelt in een afgescheiden ruimte in huis (waaronder ook de wiettent) al verboden professionele teelt op. Naar mate aan meer punten wordt voldaan, wordt de teelt als professioneler beschouwd, de ernst van het feit groter en de opgelegde straf zwaarder. Tot 1 maart 2015 was het opsporings- en vervolgingsbeleid van het OM vooral gericht op deze groep. Door de wetswijziging is ook de facilitator in het vizier van het OM gekomen.

4. Coffeeshop

Omdat het risico groot is dat een hobbykweker als professionele kweker wordt gekwalificeerd, is de thuisgebruiker dus al snel aangewezen op de coffeeshop aangezien de verkoop van cannabis in coffeeshops onder bepaalde voorwaarden wordt gedoogd.

Verkoop door een coffeeshop wordt kort gezegd gedoogd indien sprake is van een alcoholvrije horecagelegenheid die voldoet aan de zogeheten AHOJGI-criteria:

  • A: affichering: geen reclame maken behalve een summiere aanduiding
  • H: harddrugs: geen harddrugs voorhanden hebben of verkopen
  • O: overlast: geen overlast veroorzaken zoals parkeeroverlast rond de coffeeshop, geluidshinder, vervuiling etc.
  • J: jeugd: niet toegankelijk zijn voor en niet verkopen aan jongeren onder de achttien jaar
  • G: geringe hoeveelheid: beperkte verkoop per transactie (max. 5 gram) en beperkte handelsvoorraad (max. 500 gram)
  • I: ingezetenen van Nederland: geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland

Achterdeurproblematiek

Terwijl verkoop door coffeeshops wordt gedoogd, is professionele hennepteelt verboden zoals we hebben gezien. Dit levert de zogeheten achterdeurproblematiek op, ook wel de paradox van het Nederlandse gedoogbeleid genoemd. Immers, de softdrugs komt via een illegale weg (via de achterdeur) de coffeeshop in en gaat via een gedoogde verkoop (via de voordeur) de coffeeshop weer uit. De coffeeshophouder kan dus eenvoudigweg niet legaal aan zijn verkoopwaar komen.

5. Facilitator

Met het verbod op de facilitator wordt de achterdeur van de coffeeshop verder dichtgedaan waardoor de paradox van het Nederlandse drugsbeleid verder lijkt te worden versterkt. Met de wetswijziging van de Opiumwet is de voorbereiding en bevordering van illegale hennepteelt namelijk strafbaar gesteld.

Strafbare handelingen

Onder de strafbaarstelling vallen typische voorbereidingshandelingen van telers maar ook bevordering door bijvoorbeeld goederen, diensten of financiële middelen te leveren, transport- en distributiefaciliteiten ter beschikking te stellen. Gedacht kan worden aan verhuurders van loodsen, schuren en andere kweekruimtes, de elektricien die al dan niet illegaal de stroomvoorziening aanlegt voor de kweekruimte, leveranciers van groeilampen, isolatiemateriaal, ventilatiepompen, plantengroeimiddel, potgrond etc. Op deze voorbereidingshandelingen staat een maximale gevangenisstraf van 3 jaar en een geldboete tot € 81.000.

Stekjes

Voorheen was voorbereiding van hennepteelt niet strafbaar. Er kon uitsluitend vervolgd worden voor poging tot hennepteelt en dan slechts wanneer sprake was van de aanwezigheid van kweekmateriaal (stekjes). Door dit beperkte stekkenvereiste waren veel gedragingen niet strafbaar als een poging, zoals het enkel hebben van een ingerichte kweekruimte zonder stekjes. Door deze wetswijziging zijn deze gedragingen nu juist wel strafbaar geworden als voorbereiding of bevordering van illegale hennepteelt.

‘Ernstige reden om te vermoeden’

Onder strafbare voorbereiding of bevordering vallen schijnbaar onschuldige gedragingen zoals het verkopen van lampen of aarde, het verhuren van een woonhuis of het uitlenen van een auto. Een facilitator is namelijk niet alleen strafbaar als hij ‘weet’ dat zijn dienst of product wordt gebruikt voor illegale hennepteelt maar ook als sprake is van ‘ernstige redenen om te vermoeden’ dat dat zal gebeuren. De overheid acht het namelijk wenselijk dat ook in gevallen van verwijtbare of wellicht voorgewende naïviteit strafrechtelijk kan worden opgetreden.

Ruim begrip

Volgens de wetgever kan het bewijs van een ernstige reden om te vermoeden soms uit de gedraging zelf worden afgeleid, maar vaak zullen de omstandigheden (mede) bepalend zijn. Aan de hand van het soort goed of dienst, in combinatie met de (kring van) personen aan wie de goederen of diensten zijn geleverd en de wijze waarop en de plaats waar dat is gebeurd, kan bewezen worden geacht dat de betrokkene een ernstig vermoeden had dat de goederen of diensten gebruikt worden voor illegale hennepteelt. De wetgever heeft het ‘weten’ en ‘ernstige redenen om te vermoeden’ dus ruim gedefinieerd en af laten hangen van de omstandigheden van het geval.

6. Growshop

De growshop is de eerste categorie waar direct de gevolgen worden gevoeld van de gewijzigde Opiumwet. Het uitbaten van growshops is na 1 maart 2015 namelijk nagenoeg onmogelijk geworden. De handelsactiviteiten van een growshop zijn immers in de kern gericht op het verkopen van voorwerpen voor (illegale) hennepteelt, zodat hier al snel sprake zal zijn van een facilitator.

Aanpak growshops

Dat is niet verwonderlijk nu de bedoeling van de wetgever juist is om de aanpak van growshops te faciliteren. Dat growshops niet ontkomen aan strafrechtelijke aansprakelijkheid is een gevolg van het feit dat indien de uitbater al daadwerkelijk niet zou weten dat de klant de voorwerpen gebruikt voor illegale hennepteelt hij door zijn bedrijfsvoering alsnog een ernstige reden moet hebben om te vermoeden dat de goederen gebruikt zullen worden voor illegale hennepteelt.

Opdelen growshop

Het opdelen van een growshop in aparte bedrijven die dan elk een apart onderdeel van de teelt leveren (zoals een op zichzelf genomen normaal product als een lamp), is juridisch gezien niet onmogelijk. De bedrijven moeten dan wel juridisch, dus bijvoorbeeld geen dochtermaatschappijen, als praktisch, dus bijvoorbeeld niet in hetzelfde gebouw, op geen enkele manier met elkaar in verbinding staan. Wanneer de bedrijven wel met elkaar te maken hebben dan valt deze constructie onder ‘gefingeerde naïviteit’ en hierdoor onder het ‘weten’ of ‘ernstige redenen om te vermoeden’ vereist voor strafbare voorbereidings- en bevorderingsgedragingen. Indien elk van de bedrijven op zichzelf volstrekt ‘normale’ producten verkoopt zoals die ook door een tuincentrum worden verkocht, kan niet snel sprake zijn van overtreding van de wet.

Faciliteren hobbykweker

Volgens de letter van de wet zou een growshop die zich aantoonbaar uitsluitend richt op legale hobbykwekers die uitsluitend kweken voor het zogeheten thuisgebruik niet strafbaar zijn. Een dergelijke growshop houdt zich immers niet bezig met het voorbereiden of bevorderen van illegale hennepteelt. De vraag is echter hoe een growshop kan aantonen dat hij zich uitsluitend richt op de hobbykweker en dat de afgenomen goederen en diensten niet gebruikt kunnen of zullen worden voor illegale hennepteelt, vooral nu snel wordt aangenomen dat er ernstige reden is om te vermoeden dat de goederen of diensten worden gebruikt voor illegale hennepteelt. Het is vooralsnog niet uitgesloten om deze stelling met succes in te nemen. Een en ander hangt vooralsnog af van hoe de rechters zullen reageren op deze nieuwe regelgeving.

7. Land- en tuinbouwcentra

Een andere categorie waarbij sprake kan zijn van voorbereiding of bevordering van illegale hennepteelt betreft de zogeheten land- en tuinbouwcentra. Op grond van de wetswijziging rust er op dit soort, in beginsel legale, bedrijven maar ook andere dienstverleners zoals verhuurders van panden een onderzoeksplicht, zeker nu de vraag naar producten van land- en tuinbouwcentra naar verwachting zal stijgen door het verdwijnen van growshops. De vraag is echter hoe ver die onderzoeksplicht dient te gaan. De opzet van de nieuwe regels is niet om land- en tuinbouwcentra aan te pakken maar voornamelijk om die partijen aan te pakken die bewust illegale (professionele) hennepteelt bevorderen, in het bijzonder de growshops.

Kritische blik

Hoewel de wetgever erkent dat land- en tuinbouwcentra een kritische blik dienen te hebben, is de verwachting niet dat de bestaande reguliere land- en tuinbouwcentra iets te vrezen hebben wanneer iemand een groeilamp zou kopen en later zou blijken dat deze voor illegale hennepteelt wordt gebruikt. De vraag is echter of de verkoopmedewerker niet zou moeten vragen wat de bedoeling is indien twintig groeilampen, grote hoeveelheden potgrond en isolatiemateriaal worden aangeschaft. Zeker wanneer de koper specifieke vragen stelt die kunnen duiden op voorgenomen hennepteelt of producten koopt die niet snel door een kleine groenteteler worden aangeschaft zoals een koolstoffilter of een afzuigsysteem.

Groente- of fruitteelt?

De moeilijkheid is echter dat goederen zoals potgrond of groeilampen evengoed gebruikt kunnen worden voor groente- of fruitteelt. Daarop zullen de reguliere land- en tuinbouwcentra zich doorgaans ook richten zodat de verwachting ook niet is dat eigenaren van dergelijke centra zullen worden vervolgd. Growshops hebben inmiddels ook dit hiaat in de nieuwe regelgeving ontdekt. Enkele eigenaren hebben hun growshops dan ook al omgebouwd tot (kleinschalig) tuincentra gericht op groente- of fruittelers. De rechtspraak zal nu moeten uitwijzen waar de grens loopt tussen gefingeerde naïviteit en legale verkoop ten behoeve van groente- of fruitteelt.

 

Meer informatie of hulp nodig?

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met:

Wat zijn de kosten?

Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.

Dit bericht is geplaatst in Drugszaken.
  • Deel dit bericht via: