Huwelijk

Huwelijk

Wij behandelen diverse soorten zaken met betrekking tot het huwelijk, in het bijzonder waar het gaat om sluiting van het huwelijk in binnen- en buitenland, stuiting van het huwelijk en nietigverklaring van het huwelijk.

Klik op een van de onderwerpen voor meer informatie:

  1. Sluiting huwelijk Nederland
  2. Sluiting huwelijk buitenland
  3. Huwelijkse voorwaarden
  4. Stuiting huwelijk
  5. Nietigverklaring huwelijk
  6. Rechtsgeldigheid huwelijk

1. Sluiting huwelijk Nederland

Als men wil trouwen in Nederland dan dient aan een aantal voorwaarden voldaan te worden.

Voorwaarden partners

De voor de praktijk belangrijkste voorwaarden waaraan de partners dienen te voldoen, luiden als volgt:

  • Meerderjarigheid: de partners (de aanstaande echtgenoten) dienen beiden meerderjarig te zijn (18 jaar of ouder).
  • Geen bigaam huwelijk: er mag geen sprake zijn van een eerder huwelijk (of geregistreerd partnerschap) van een van de aanstaande echtgenoten omdat het aangaan van een bigaam (dubbel) huwelijk in Nederland verboden (en strafbaar) is.
  • Geen geestesgestoordheid: een huwelijk is niet toegestaan indien de geestvermogens van een persoon zodanig zijn verstoord dat deze niet in staat is zijn wil te bepalen of de betekenis van zijn verklaring te begrijpen.
  • Toestemming bij curatele: als een van de aanstaande echtgenoten onder curatele staat wegens gewoonte van drank- of drugsmisbruik dan dient de curator en bij diens weigering de kantonrechter toestemming te verlenen voor het huwelijk en wanneer de curatele het gevolg is van een lichamelijke of geestelijke toestand dan dient de kantonrechter toestemming te verlenen.
  • Geen eerste- en tweedegraads verwantschap: inden sprake is van een eerste- of tweedegraads verwantschap dan kan het huwelijk in beginsel niet worden gesloten zoals het huwelijk met een (groot)ouder, (klein)kind, broer of zus. Hierop zijn wel uitzonderingen zoals een broer en zus die slechts vanwege adoptie broer en zus zijn. In dat geval moet bij de bevoegde minister dispensatie worden verzocht.
  • Geen derde- en vierdegraads verwantschap: inden sprake is van een derde- of vierdegraads verwantschap dan kan het huwelijk in beginsel niet worden gesloten zoals het huwelijk met een neef, nicht, oom of tante. Hierop zijn wel uitzonderingen zoals een huwelijk tussen een neef en nicht die bij de ambtenaar van de burgerlijke stand een beëdigde verklaring afleggen waaruit blijkt dat zij hun vrije toestemming tot het huwelijk geven.
  • Persoonlijke aanwezigheid: in beginsel dienen beide partners persoonlijk aanwezig te zijn bij het sluiten van het huwelijk. Trouwen bij volmacht kan alleen in zeer uitzonderlijke gevallen zoals verblijf in een buitenlandse gevangenis, ernstige ziekte die reizen belemmert of blijvende onmogelijkheid om te reizen zoals bijeen militair in oorlogsgebied.

Voorwaarden huwelijkssluiting

Daarnaast is de vraag door welke ambtenaar of instantie het huwelijk mag worden gesloten.

De belangrijkste regels omtrent de vraag wie een huwelijk mag sluiten in Nederland luiden als volgt:

  • Sluiting huwelijk ambtenaar burgerlijke stand: het huwelijk mag in Nederland alleen worden voltrokken door de ambtenaar van de burgerlijke stand tenzij geen van de partijen de Nederlandse nationaliteit draagt.
  • Sluiting huwelijk ambassade of consulaat: in het geval geen van de partijen de Nederlandse nationaliteit draagt, mag het huwelijk ook worden voltrokken door een ambtenaar van een buitenlandse ambassade of consulaat in Nederland. Nadat het huwelijk is gesloten bij de ambtenaar van de burgerlijke stand mag het huwelijk te allen tijde worden geregistreerd bij een buitenlandse ambassade of consulaat.
  • Sluiting religieus huwelijk: een religieus huwelijk dat gesloten wordt door een zogeheten bedienaar van de godsdienst mag pas worden gesloten nadat het burgerlijke huwelijk bij de ambtenaar van de burgerlijke stand (of bij de ambassade of een consulaat) is voltrokken. Indien dat huwelijk wordt gesloten door een bedienaar van de godsdienst in strijd met het Wetboek van Strafrecht dan is deze bedienaar van de godsdienst strafbaar.
  • Sluiting traditioneel huwelijk: wanneer een huwelijk wordt gesloten zonder dat daaraan een zogeheten bedienaar van de godsdienst te pas komt, kan gesproken worden van een traditioneel huwelijk. Een dergelijk huwelijk is in Nederland niet strafbaar en ook niet verboden en heeft net zoals een in Nederland gesloten religieus huwelijk geen juridische waarde in Nederland. Een voorbeeld hiervan is de humanistische relatieviering waarbij de partners onder begeleiding van een relatievierder elkaar trouw beloven.

2. Sluiting huwelijk buitenland

Een huwelijk dat in het buitenland is gesloten volgens de regels die in dat land gelden, wordt in Nederland in principe ook erkend en behandeld als ware het huwelijk in Nederland gesloten als het gaat om de rechtsgevolgen van dat huwelijk. De buitenlandse huwelijksverklaring (of huwelijksakte) levert een rechtsvermoeden op dat het huwelijk rechtsgeldig is indien die akte is afgegeven door de bevoegde autoriteit in het land waar dat huwelijk is gesloten.

Religieus huwelijk

Wanneer een religieus huwelijk wordt gesloten in het buitenland dat niet wordt erkend in het land waar dat is gesloten en ook niet naderhand wordt bevestigd door de bevoegde autoriteiten dan heeft een dergelijk huwelijk niet alleen geen rechtskracht in het betrokken land maar kan het hier in Nederland ook niet worden erkend.

Hoofdregel

Wanneer een religieus huwelijk in het land van sluiting wel wordt erkend, dient dit huwelijk in beginsel ook in Nederland te worden erkend zoals de hiervoor besproken hoofdregel luidt. Dit huwelijk is namelijk niet alleen een religieus huwelijk, maar tevens een (buitenlands) burgerlijk huwelijk en de hoofdregel is dat buitenlandse huwelijken worden erkend voor zover ze door de bevoegde autoriteiten (de staat) worden erkend.

Uitzonderingen

Op deze hoofdregel bestaan uitzonderingen waardoor sommige huwelijken die in het buitenland zijn afgesloten in Nederland niet worden erkend. Buitenlandse huwelijken die in strijd zijn met de Nederlandse openbare orde worden niet erkend in Nederland.

Dat betekent dat de volgende huwelijken in ieder geval niet worden erkend:

  • Polygame huwelijken: tenzij het eerste huwelijk inmiddels is ontbonden in welk geval het tweede huwelijk wordt erkend vanaf het moment van ontbinding van het eerste huwelijk.
  • Huwelijk bloedverwanten opgaande lijn en tweedegraads zijlinie: tenzij deze familierechtelijke betrekking later is verbroken vanwege het ontbreken van biologische verwantschap of herroeping van de adoptie.
  • Kindhuwelijken: tenzij de betreffende echtgenoot bij de erkenning wel meerderjarig is.
  • Huwelijk geestesgestoorde: tenzij de betreffende echtgenoot later wel in staat was tot het geven van diens toestemming en ook uitdrukkelijk instemt met het huwelijk.
  • Dwanghuwelijken: tenzij de betreffende echtgenoot uitdrukkelijk instemt met de erkenning.

Rechtsgevolgen

Wanneer een buitenlands huwelijk in Nederland niet wordt erkend, betekent dit dat een dergelijk huwelijk in principe geen rechtsgevolgen heeft. Dit heeft gevolgen voor een groot aantal zaken zoals de familierechtelijke betrekking tussen de vader en de kinderen, het gezag over de kinderen, de geslachtsnaam van de kinderen, de nationaliteit van de kinderen, de mogelijkheden om te erven tussen partners en tussen de vader en de kinderen, het (huwelijks)vermogen, de mogelijkheden om in Nederland te kunnen scheiden, onderhoudsrechten en -plichten, de (echtelijke) woning, pensioenrechten, sociale zekerheid etc. Hierna zullen we een aantal van deze aspecten uitgebreid toelichten.

Herstel rechtsgevolgen

Zo ontstaat er geen afstammingsrelatie vanwege het huwelijk tussen de vader en de kinderen die zijn geboren uit een buitenlands huwelijk dat in Nederland niet wordt erkend. Deze familierechtelijke betrekking kan in de meeste gevallen alsnog worden bewerkstelligd door bijvoorbeeld de kinderen te erkennen. Dit heeft echter niet altijd het gewenste effect. Wanneer deze erkenning bijvoorbeeld niet op tijd of op de juiste wijze wordt gedaan, kan het zijn dat er wel een afstammingsrelatie ontstaat tussen vader en kind maar dat het kind niet de Nederlandse nationaliteit kan verkrijgen door middel van die afstammingsrelatie. Ook voor andere zaken is herstel mogelijk welke afhankelijk zijn van de feiten en omstandigheden maar ook de gewenste doelstellingen.

3. Huwelijkse voorwaarden

Inden het huwelijk wordt gesloten zonder huwelijkse voorwaarden waarin een rechtskeuze is opgenomen, betekent dit dat het recht wordt toegepast op het huwelijksvermogen dat volgt uit de regels van het internationale privaatrecht (IPR) van de rechter aan wie de zaak wordt voorgelegd zonder dat rekening kan worden gehouden met de rechtskeuze van de partners.

Toepasselijk recht

Indien een echtscheiding bijvoorbeeld in Nederland wordt verzocht en de rechter moet ook een beslissing geven over het huwelijksvermogen dan zal de rechter aan de hand van de hier geldende regels bepalen welk recht van toepassing is. Dit kan het Nederlandse recht zijn maar ook bijvoorbeeld het recht van de buitenlandse nationaliteit van partijen of het recht van de plaats van de huwelijkssluiting.

Factoren

Voor het antwoord op de vraag welk recht moet worden toegepast op het huwelijksvermogen wordt eerst gekeken naar de vraag wanneer het huwelijk is voltrokken om te bepalen welke rechtsbron het toepasselijke recht dient te bepalen. Vervolgens kunnen diverse factoren een rol spelen bij het antwoord op de vraag welk recht toegepast moet worden: waar het huwelijk is voltrokken, welke nationaliteiten partijen toen hadden en in sommige gevallen ook welke nationaliteit zij nadien hebben verkregen, waar de partijen zijn gaan wonen na sluiting van het huwelijk en soms ook waar zij daarna zijn gaan wonen en hoe lang etc.

Complexiteit

Het huwelijksvermogensrecht kan erg ingewikkeld worden omdat er een veelheid aan bronnen bestaat waarnaar de Nederlandse rechter kan kijken afhankelijk van wanneer het huwelijk is gesloten. Wanneer vastgesteld is welke rechtsbron van toepassing is, dient nog te worden beoordeeld welk recht toegepast moet worden en dat is soms ook een ingewikkelde opgave zeker als partijen geen gemeenschappelijke nationaliteit hadden en ook geen gemeenschappelijke eerste gewone verblijfplaats na sluiting van het huwelijk.

Internationale huwelijken

Zeker bij huwelijken met internationale aspecten (buitenlandse huwelijkssluiting, buitenlandse nationaliteiten, buitenlandse woonplaats etc.) is het van belang dat partijen voorafgaand aan het sluiten van het huwelijk afspraken maken over de gevolgen voor hun vermogen (zowel voorhuwelijks als huwelijks vermogen). Het laten opstellen van huwelijkse voorwaarden volgens de regels van het land waar die huwelijkse voorwaarden worden opgesteld, in Nederland is dat via een notaris, is dan ook een belangrijke stap in de aanloop naar de sluiting van het huwelijk.

Huwelijkse voorwaarden

In die huwelijkse voorwaarden kunnen partijen afspraken maken over het bestaande en nog op te bouwen vermogen maar ook een einde maken aan de onzekerheid over welk recht de rechter in de toekomst zou kunnen toepassen door een uitdrukkelijke keuze te maken voor het recht dat moet worden toegepast. Niet alle afspraken die gemaakt kunnen worden in het ene land zijn rechtsgeldig in het andere. Het is dan ook aanbevelenswaardig om een expert met kennis van het internationale privaatrecht in te schakelen.

4. Stuiting huwelijk

Wanneer op voorhand duidelijk is dat het huwelijk niet voldoet aan de wettelijke vereisten, kan dit huwelijk onder bepaalde voorwaarden worden gestuit. Stuiting heeft tot gevolg dat het huwelijk niet mag worden gesloten tenzij de stuiting wordt opgeheven.

Een huwelijk kan worden gestuit in de volgende situaties:

  • Huwelijksbeletsel: wanneer partijen niet de vereisten in zich verenigen om een huwelijk aan te gaan (minderjarig, bigaam huwelijk, geestelijke stoornis etc.) kan het huwelijk worden gestuit door (groot)ouders, (klein)kinderen, broers, zussen, voogden en curatoren van een van de aanstaande echtgenoten. Wanneer het huwelijksbeletsel eruit bestaat dat de aanstaande echtgenoot al gehuwd is of een geregistreerd partnerschap heeft dan kan de persoon met wie die aanstaande echtgenoot dat huwelijk of die geregistreerde partnerschap heeft het huwelijk eveneens stuiten op grond van dat huwelijk of dat geregistreerde partnerschap. Als het openbaar ministerie ermee bekend is dat sprake zal van het huwelijk van een minderjarige, een geestelijke gestoorde, een persoon die reeds is gehuwd of een geregistreerd partnerschap heeft of een bloedverwant, is het openbaar ministerie verplicht om het huwelijk te stuiten.
  • Toestemming: ook wanneer partijen niet vrijelijk hun toestemming tot het huwelijk zullen geven, is stuiting mogelijk. Het openbaar ministerie is bevoegd (en dus niet verplicht) tot stuiting van het huwelijk wanneer de echtgenoten of een van de aanstaande echtgenoten het huwelijk onder invloed van dwaling zullen aangaan.
  • Schijnhuwelijk: in geval van een schijnhuwelijk (gericht op het verkrijgen van een verblijfsvergunning) is het openbaar ministerie bevoegd (en dus ook hier niet verplicht) tot stuiting van het huwelijk.
  • Curatele: wanneer de ene aanstaande echtgenoot onder curatele staat en het huwelijk klaarblijkelijk het ongeluk zou veroorzaken van de andere aanstaande echtgenoot kan het huwelijk worden gestuit door (groot)ouders, (klein)kinderen, broers, zussen, voogden en curatoren van een van de aanstaande echtgenoten.

5. Nietigverklaring huwelijk

Wanneer achteraf blijkt dat het huwelijk niet voldoet aan de wettelijke vereisten, kan dit huwelijk onder bepaalde voorwaarden nietig worden verklaard. Nietigverklaring heeft tot gevolg dat het huwelijk geacht wordt nooit te hebben bestaan. Echter, voor de volgende personen heeft de nietigverklaring dezelfde gevolgen als een echtscheiding:

  • Kinderen: de kinderen van de echtgenoten. Daardoor is wel sprake van afstamming vanwege het huwelijk ondanks dat het huwelijk nietig is verklaard aangezien bij een echtscheiding de afstamming ook niet teniet wordt gedaan.
  • Echtgenoot: de echtgenoot die te goeder trouw was. Deze echtgenoot maakt echter geen aanspraak op een gemeenschap van goederen als de nietigverklaring het gevolg is van het feit dat sprake was van een eerder huwelijk (bigamie) of een eerder geregistreerd partnerschap.
  • Andere personen: ook andere personen dan de echtgenoten en hun kinderen kunnen aanspraken maken alsof het huwelijk wel was gesloten, maar uitsluitend voor zover zij te goeder trouw vóór de inschrijving van de nietigverklaring rechten hebben verkregen.

Een huwelijk kan nietig worden verklaard in de volgende situaties:

  • Huwelijksbeletsel: wanneer partijen niet de vereisten in zich verenigden om het huwelijk aan te gaan (minderjarig, bigaam huwelijk, geestelijke stoornis etc.) kan het huwelijk nietig worden verklaard door (groot)ouders en (klein)kinderen van een van de echtgenoten, de echtgenoten zelf, (na de ontbinding van het huwelijk) alle overige personen, die daarbij een onmiddellijk rechtsbelang hebben en (zo lang het huwelijk niet is ontbonden) het openbaar ministerie. Wanneer het huwelijksbeletsel eruit bestond dat de echtgenoot al gehuwd was of een geregistreerd partnerschap had dan kan de persoon met wie die echtgenoot het huwelijk of geregistreerde partnerschap had het huwelijk eveneens nietig verklaren op grond van dat huwelijk of geregistreerde partnerschap
  • Niet bevoegde ambtenaar: wanneer het huwelijk door een niet bevoegde ambtenaar is gesloten, kan nietigverklaring worden verzocht door de ouders van (een van) de echtgenoten, (onder voorwaarden) de echtgenoten zelf en het openbaar ministerie.
  • Onvoldoende getuigen: wanneer het huwelijk niet wordt gesloten in het bijzijn van het vereiste aantal getuigen (ten minste twee), kan nietigverklaring worden verzocht door de ouders van (een van) de echtgenoten, (onder voorwaarden) de echtgenoten zelf en het openbaar ministerie.
  • Dwang: indien een echtgenoot het huwelijk onder invloed van dwang heeft gesloten, kan nietigverklaring worden verzocht door de betreffende echtgenoot en (onder voorwaarden) door het openbaar ministerie.
  • Dwaling: indien een echtgenoot het huwelijk onder invloed van dwaling (omtrent de persoon van de andere echtgenoot of de betekenis van de afgelegde verklaring) heeft gesloten, kan nietigverklaring worden verzocht door de betreffende echtgenoot.
  • Schijnhuwelijk: wanneer sprake is van een schijnhuwelijk (gericht op het verkrijgen van een verblijfsvergunning), kan nietigverklaring worden verzocht door het openbaar ministerie.
  • Geestelijke stoornis: indien een echtgenoot het huwelijk onder invloed van een geestesstoornis heeft gesloten, kan nietigverklaring (onder voorwaarden) worden verzocht door de betreffende echtgenoot wanneer de geestesstoornis is opgehouden.
  • Minderjarigheid: indien een echtgenoot ten tijde van het sluiten van het huwelijk minderjarig was, kan nietigverklaring worden verzocht door de betreffende echtgenoot zolang die niet meerderjarig is.
  • Toestemming derde: indien de toestemming van een derde is vereist en deze ontbreekt, kan nietigverklaring worden verzocht door die derde of door de curator indien de echtgenoot wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele stond bij het sluiten van het huwelijk en de toestemming voor de sluiting van het huwelijk door de kantonrechter ontbrak.

6. Rechtsgeldigheid huwelijk

De vraag of een huwelijk wel of niet rechtsgeldig is gesloten, gestuit of vernietigd, is van wezenlijk belang voor veel rechtsterreinen. Niet alleen is dit van belang voor het personen- en familierecht zoals de hiervoor besproken gevolgen voor de familierechtelijke betrekking tussen de vader en de kinderen, het gezag over de kinderen, de geslachtsnaam van de kinderen, het (huwelijks)vermogen, de mogelijkheid van (echt)scheiding, de onderhoudsrechten en -plichten, de (echtelijke) woning etc.

Hieronder bespreken we een aantal rechtsgebieden waarbij vragen omtrent de rechtsgeldigheid van het huwelijk van directe of indirecte invloed kunnen zijn bij beantwoording van de hoofdvraag op het betreffende rechtsterrein. We bespreken hierna enkele rechtsterreinen waarover wij vaak adviseren in de praktijk.

Sociaal zekerheidsrecht

Wanneer sprake is van een huwelijk dan dienen de partners elkaar te onderhouden. Wanneer partijen hun buitenlandse huwelijk in Nederland niet opgeven en beiden een beroep doen op een uitkering krachtens de Participatiewet dan zou dit ertoe kunnen leiden dat beide partners een zogeheten bijstandsuitkering verkrijgen naar de norm van een alleenstaande. De gemeente die deze uitkering verstrekt, kan er immers geen beroep op doen dat deze partijen een onderhoudsplicht naar elkaar hebben wanneer zij niet op hetzelfde adres ingeschreven staan. Wanneer van dat huwelijk later zou blijken, zal de vraag moeten worden beantwoord of en in hoeverre sprake is van een naar Nederlands recht rechtsgeldig huwelijk.

Wanneer een echtgenoot overlijdt en de overlevende echtgenote zou voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een nabestaandenuitkering krachtens de Anw dan zou de nabestaande daar een beroep op kunnen doen voor zover er sprake is van een naar Nederlands recht rechtsgeldig huwelijk. Het kan zelfs zo zijn dat ook een tweede echtgenote aanspraak kan maken op de Anw ondanks dat bigame huwelijken normaliter niet worden erkend indien een dergelijke regel zou voortvloeien uit een (bilateraal) verdrag. Ook de tweede echtgenote dient een beroep te doen op een naar Nederlands recht rechtsgeldig huwelijk.

Ook in het kader van een ouderdomspensioen krachtens de AOW en een eventuele AIO-aanvulling daarop krachtens de Participatiewet is van belang of sprake is van een echtgenoot en dus of sprake is van een rechtsgeldig huwelijk. Dit is van belang voor de hoogte van de uitkering maar ook de vraag of er recht is op een AIO-aanvulling bijvoorbeeld in verband met inkomsten van de echtgenoot.

Dit geldt ook voor andere uitkeringen zoals bijvoorbeeld een uitkering krachtens de Remigratiewet waarbij eveneens vastgesteld dient te worden of er een echtgenoot is omdat ook de betreffende echtgenoot dient mee te verhuizen naar het land van herkomst zoals bedoeld in de Remigratiewet om te voldoen aan de voorwaarden voor de betreffende uitkering.

Stafrecht

De vraag of sprake is van schending van het verbod op bigamie moet worden beantwoord aan de hand van de feiten en omstandigheden maar onder omstandigheden ook aan de hand van het recht. Zo kan het zijn dat geen sprake is van een tweede huwelijk omdat het gesloten huwelijk in het land van herkomst geen huwelijk oplevert en de man in die zin slechts een relatie heeft naast zijn eerste huwelijk hetgeen naar Nederlands recht op zichzelf genomen niet strafbaar is.

Wanneer een bedienaar van de godsdienst een religieus huwelijk sluit zonder dat hem is gebleken dat er al een burgerlijk huwelijk was gesloten tussen de betrokken partijen is hij strafbaar. In dat geval zal dus moeten worden vastgesteld of sprake was van sluiting van een huwelijk zoals bedoeld in het Wetboek van Strafrecht, maar ook moet gekeken worden of er niet sprake is van een eerder rechtsgeldig gesloten burgerlijk huwelijk zoals een huwelijk dat in het buitenland is gesloten en hier in Nederland voor erkenning in aanmerking komt. Indien dat het geval is, is de bedienaar van de godsdienst evenmin strafbaar omdat hij een religieus huwelijk heeft gesloten nadat een burgerlijk huwelijk is gesloten ook als dat burgerlijke huwelijk in het buitenland is gesloten.

Wanneer een persoon wordt beschuldigd van mishandeling van zijn echtgenoot (in plaats van zijn levensgezel) dient het openbaar ministerie aan te tonen dat voldaan is aan het gegeven dat sprake dient te zijn van een huwelijk dat naar Nederlands recht rechtsgeldig is. In dat geval zal de vraag beantwoord moet worden in hoeverre voldaan is aan de hiervoor besproken voorwaarden maar komt ook de vraag aan de orde wat de bedoeling is van de wetgever met de strafverzwarende omstandigheid dat het slachtoffer van mishandeling een echtgenoot betreft.

Nationaliteitsrecht

In het nationaliteitsrecht speelt de vraag naar het bestaan van een rechtsgeldig huwelijk als een voorvraag voor vaststelling van de vraag of sprake is van een afstammingsrelatie met het kind dat de Nederlandse nationaliteit wil verkrijgen vanwege het feit dat de vader bij de geboorte van het kind Nederlander was. Wanneer de moeder geen Nederlander is maar de vader wel dan kan het kind de Nederlandse nationaliteit in beginsel slechts verkrijgen via de vader wanneer die vader de juridische vader was van het kind ten tijde van de geboorte en hij op dat moment zelf Nederlander was.

Wanneer het huwelijk echter niet wordt erkend om wat voor reden dan ook, in de praktijk veelal vanwege het feit dat het huwelijke een bigaam huwelijk betreft, dan betekent het dat het juridische vaderschap van de vader ook niet wordt erkend. Dat betekent weer dat het kind niet van rechtswege (automatisch) het Nederlanderschap verkrijgt. Immers, de moeder van het kind was ten tijde van de geboorte van het kind geen Nederlander en de Nederlandse vader was ten tijde van de geboorte van het kind niet de formele (juridische) ouder van het kind.

Hier speelt de vraag nadrukkelijk of het eerste huwelijk wel rechtsgeldig was, of het eerste huwelijk ten tijde van de geboorte van het kind nog wel bestond, of het tweede huwelijk rechtsgeldig was en of het bigame huwelijk tegengeworpen mag worden om aldus erkenning te onthouden aan het tweede huwelijk. Hoewel de vader het kind ook kan erkennen om op die manier alsnog de familierechtelijke band te verkrijgen, is dat niet altijd effectief. Zo dient het kind voor de achttiende verjaardag te worden erkend en als het erkend wordt vanaf het zevende levensjaar moet ook nog worden aangetoond met DNA dat de vader ook de biologische vader van het kind is.

Pensioenrecht

In Nederland geldt dat wanneer sprake is van een huwelijk het pensioen dat opgebouwd is tijdens het huwelijk voor de helft toekomt aan de andere echtgenoot in het kader van een echtscheiding. Het is evident dat wanneer een huwelijk niet rechtsgeldig is naar Nederlands recht omdat dit niet wordt erkend of later is vernietigd er geen sprake is van een huwelijk op grond waarvan de voornoemde aanspraken ontstaan.

De vraag naar het bestaan van een rechtsgeldig huwelijk geldt niet alleen bij  pensioenverdeling maar ook bij aanspraken op (bijzonder) nabestaandenpensioen wanneer bijvoorbeeld het huwelijk eindigt door de dood van de echtgenoot. Ook in dat geval kan het niet bestaan van een naar Nederlands recht rechtsgeldig huwelijk roet in het eten gooien wanneer de nabestaande op grond van het huwelijk aanspraak zou willen maken op nabestaandenpensioen of in het geval van een gewezen echtgenoot op het bijzonder nabestaandenpensioen.

Overige rechtsterreinen

Uiteraard speelt de voorvraag naar het bestaan van een rechtsgeldig huwelijk ook op andere terreinen een rol zoals het asiel-en vreemdelingenrecht, huurrecht, erfrecht, fiscaal recht (belastingrecht), faillissementsrecht etc. Ons kantoor adviseert echter niet over deze rechtsgebieden.

Wel kunnen wij u advies geven op de vraag of sprake is van een naar Nederlands recht rechtsgeldig huwelijk en of een huwelijk uit het buitenland voor erkenning in aanmerking komt. Het antwoord op deze vraag kan dan weer gebruikt worden bij beantwoording van de vragen die betrekking hebben op andere rechtsgebieden.

 

Meer informatie of hulp nodig?

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met:

Wat zijn de kosten?

Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.

 

Direct uw zaak aanmelden

Wilt u uw zaak aanmelden? Klik hier om uw zaak direct aan te melden.

 

Relevante artikelen

In de categorie huwelijk kunt u de volgende artikelen raadplegen: