Kosten huishoudelijk hulp vergoed zonder huishoudelijke hulp?

Uit de rechtspraak volgt dat schade in verband met huishoudelijk hulp ook vergoed wordt indien deze hulp wordt verleend door een persoon die daarvoor geen kosten in rekening brengt. De vraag is of deze schade ook wordt vergoed indien de benadeelde de benodigde huishoudelijke hulp in het geheel niet ontvangt. Het hof Arnhem-Leeuwarden beantwoordt deze vraag in zijn uitspraak van 31 maart 2015 ontkennend. In dit artikel bespreken we deze uitspraak en de vraag wanneer u wel in aanmerking komt voor een dergelijke schadevergoeding.

Feiten

Het arrest betreft een werkneemster die als schoonmaakster heeft gewerkt bij een schoonmaakbedrijf. Na twee jaar is zij definitief uitgevallen. Door het verrichten van haar werkzaamheden bij het schoonmaakbedrijf heeft de werkneemster namelijk RSI opgelopen. Zij ondervindt medische klachten en heeft daarvoor medische behandelingen ondergaan.

Vervolgens stelt zij haar werkgever aansprakelijk voor de door haar geleden immateriële en materiële schade. De werkgever is door de rechtbank veroordeeld in betaling van deze schade. De werkneemster is het echter niet eens met de vaststelling van de hoogte van enkele schadeposten waaronder de schade wegens huishoudelijke hulp. Zij gaat dan ook in hoger beroep bij het hof.

Stappenplan

Om vast te stellen of recht bestaat op vergoeding van de schade in verband met huishoudelijk hulp en zo ja voor welk bedrag hanteert het hof het volgende stappenplan:

  1. Wat is de behoefte aan huishoudelijke hulp? Volgens het hof dient allereerst te worden bepaald wat de behoefte van de benadeelde is aan huishoudelijke hulp. Dit verschilt immers per persoon. De behoefte aan huishoudelijke hulp wordt vastgesteld in uren per week.
  2. Welke kosten zijn gemoeid met de vastgestelde behoefte? Vervolgens dient te worden vastgesteld welke kosten gemoeid zijn met de vastgestelde behoefte aan hulp.
  3. Zijn de werkzaamheden normaal en gebruikelijk voor professionele hulpverleners? Een voorwaarde voor vergoeding van de kosten van huishoudelijke hulp is echter wel dat het moet gaan om werkzaamheden die in de betreffende situatie normaal en gebruikelijk zijn wanneer die verzorging wordt uitgevoerd door professionele hulpverleners die voor hun diensten worden betaald.

1. Vaststelling behoefte

In deze uitspraak stelt het hof allereerst vast wat de behoefte aan huishoudelijke hulp is. Gedurende de periode dat de benadeelde werkzaam was bij de werkgever ontving zij vier uur huishoudelijke hulp per week. Met de al ontvangen huishoudelijke hulp wordt door het hof rekening gehouden. De benadeelde stelt na het ongeval zes uur per week aan het huishoudelijke hulp te ontvangen. Het hof overweegt dat de vrouw twee uur meer aan huishoudelijke hulp krijgt na het ongeval. De behoefte bedraagt derhalve niet meer dan twee uur per week.

Het hof gaat niet mee met de stelling van de benadeelde dat de omvang van de schadevordering vastgesteld dient te worden aan de hand van de tijd die een vrouw in Nederland gemiddeld per dag aan huishoudelijk werk besteedt. Voor de begroting van de schade in verband met huishoudelijke hulp is bepalend hoeveel uur hulp de benadeelde per week nodig heeft om het huishoudelijke werk te verrichten die zij voor de beroepsziekte zelf verrichtte en als gevolg van haar beperkingen niet meer kan verrichten.

Indien de benadeelde naast de reeds ontvangen huishoudelijke hulp meer uren hulp nodig heeft, dient zij dit voldoende te onderbouwen. Dit heeft de benadeelde volgens het hof niet gedaan.

2. Kosten gemoeid met behoefte

Het hof laat dan ook de schadeberekening die de rechtbank heeft gemaakt in stand. Bij deze berekening is de rechtbank uitgegaan van een behoefte van drie uur per week (meer dan het hof overweegt) met een uurtarief van € 10,-. Het wordt niet duidelijk waarop de rechtbank het uurtarief heeft gebaseerd in deze kwestie.

In het algemeen kunnen de kosten die gemoeid zijn met de gevonden behoefte op twee verschillende wijzen worden berekend: de concrete schadeberekening en de abstracte schadeberekening. Deze twee schadeberekeningen worden hieronder uiteengezet.

Concrete schadeberekening

Bij de concrete schadeberekening stelt de rechter de schade concreet vast. Dat wil zeggen dat gekeken wordt naar de werkelijk gemaakte kosten. Hierbij kijkt de rechter of er voor het ongeval reeds hulp werd ontvangen. Het verschil tussen het aantal uren na het ongeval en het aantal uren voor het ongeval wordt dan in beginsel vergoed. Indien voor het ongeval geen hulp werd ontvangen, dan worden de kosten vergoed die de benadeelde aan de professionele hulpverleners betaalt na het ongeval.

Abstracte schadeberekening

Volgens vaste rechtspraak kunnen de kosten van huishoudelijke hulp ook berekend worden aan de hand van de abstracte schadeberekening. Dit houdt in dat het niet vereist is dat de benadeelde daadwerkelijk kosten voor huishoudelijke hulp heeft gemaakt. In dat geval wordt de schade begroot op maximaal het bedrag dat in rekening was gebracht indien wel professionele hulp zou zijn verleend.

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

Bij het bepalen van de omvang van de kosten van huishoudelijke hulp wordt door de rechter aansluiting gezocht bij de richtlijn van de Letselschaderaad: De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp.

Normbedragen

De richtlijn bevat normbedragen die afhankelijk zijn van de gezinssamenstelling van de benadeelde, de mate van de beperking (licht tot matig beperkt of zwaar beperkt) en de bijdrage van de benadeelde aan het huishouden voor het betreffende ongeval.

Toepasselijkheid

De normbedragen gelden voor de eerste zes maanden na het ongeval daarna dient de verzekeraar een redelijke vergoeding vast te stellen. De richtlijn is bovendien alleen van toepassing als de benadeelde voor het ongeval een bijdrage had in het huishouden. Anders is er namelijk geen sprake van een situatie waarbij de benadeelde een lagere bijdrage kan leveren aan het huishouden als gevolg van het ongeval omdat hij die daarvoor ook niet leverde.

Werking

Het hof overweegt in zijn uitspraak dat de benadeelde anders dan de verzekeraar niet gebonden is aan deze richtlijn. De normen uit de richtlijnen gelden wel als oriëntatiepunt bij de begroting van de schade. De richtlijn speelt daarnaast een rol in het kader van de stelplicht van partijen. Indien de benadeelde een bedrag vordert dat hoger is dan het normbedrag volgens de richtlijn dan dient hij te stellen waarom hij recht zou hebben op dit hogere bedrag.

3. Aard werkzaamheden

Een voorbeeld van de abstracte schadeberekening is het geval waarbij de huishoudelijke hulp wordt uitgevoerd door een familielid of iemand anders die daarvoor geen kosten in rekening brengt. De schade wordt dan begroot op maximaal het bedrag dat in rekening was gebracht indien wel professionele hulp zou zijn verleend. Het moet dan wel gaan om hulp die normaal en gebruikelijk is wanneer die verzorging zou zijn uitgevoerd door professionele hulpverleners.

De richtlijn geeft als voorbeeld van werkzaamheden die vallen binnen de huishoudelijke hulp: schoonmaken, koken, boodschappen doen en kinderen verzorgen. Indien familie of vrienden dergelijke werkzaamheden uitvoeren voor het aantal uren waaraan behoefte is, maakt de benadeelde in principe aanspraak op maximaal het bedrag dat een professionele hulpverlener in rekening zou hebben gebracht voor die werkzaamheden.

Vergoeding zonder hulp?

Geen hulp: geen vergoeding

Een van de vragen die aan de orde is in deze zaak is of ook aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding in verband met huishoudelijke hulp als deze hulp niet is verleend door professionele hulpverleners die daarvoor zijn betaald maar ook niet door anderen die daarvoor niet worden betaald. Het hof stelt vast dat geen abstracte schadeberekening kan worden toegepast indien de huishoudelijke hulp in het geheel niet is verleend.

Geen hulp: verhoging smartengeld?

Het hof merkt wel op dat deze omstandigheid mogelijk wel betrokken kan worden bij de berekening van de immateriële schade (smartengeld) die wordt vergoed voor het leed van de benadeelde. Hoewel het hof het voorbeeld geeft van een andere schadepost die in het geding is, namelijk zelfwerkzaamheid zoals tuinonderhoud, is het goed voor te stellen dat ook een verhoging van het smartengeld verzocht kan worden wanneer huishoudelijke hulp wel nodig was maar niet werd of kon worden ingeschakeld.

Het feit dat er wel behoefte is aan zelfwerkzaamheid maar dat deze niet, ook niet onbetaald, wordt verleend kan namelijk volgens het hof tot gevolg hebben dat leed wordt toegevoegd aan de benadeelde indien door het letsel het huis en de tuin niet kunnen worden onderhouden waardoor deze verslonzen. Schoonmaak van het huis valt onder de huishoudelijke hulp zodat in dezelfde lijn geredeneerd kan worden dat het huis door achterblijven van de huishoudelijke hulp onverzorgd kan worden en daarmee leed wordt toegevoegd.

Geen voorschot: hoger smartengeld?

Indien de benadeelde de huishoudelijke hulp (of zelfwerkzaamheid) niet kon inschakelen vanwege het ontbreken van een (adequate) voorschotregeling is de verwachting dat een hoger bedrag aan smartengeld vanwege het ontbreken van huishoudelijke hulp eerder wordt gehonoreerd. Dit valt enerzijds op te maken uit de uitspraak van het hof zelf. Anderzijds volgt dit uit het feit dat anders de vraag aan de orde zou kunnen zijn of het niet de benadeelde zelf te wijten is als deze geen huishoudelijke hulp inschakelt terwijl een reëel voorschot is voldaan.

Wat kunt u doen?

1. Behoefte onderbouwen

Het is allereerst van belang om voldoende te onderbouwen hoeveel uren per week u behoefte heeft aan hulp om het huishoudelijk werk te verrichten. Hierbij dient meegenomen te worden hoeveel uren per week u voor het ongeval zelf aan huishoudelijke hulp verrichtte en hoeveel uren u al kreeg aan huishoudelijke hulp. De behoefte kan bijvoorbeeld onderbouwd worden door een indicatiestelling te vragen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).

2. Huishoudelijke hulp vragen

Indien u helemaal geen huishoudelijke hulp ontvangt, dan kunt u in principe niet in aanmerking komen voor een schadevergoeding. U doet er dan ook verstandig aan om huishoudelijk hulp te vragen. Dit kan zowel betaalde hulp van professionele zorgverleners als niet-betaalde hulp zijn van vrienden of familie. In beide gevallen komt u in aanmerking voor vergoeding van schade in verband met huishoudelijke hulp.

3. Hoger smartengeld vaststellen

Indien u toch geen huishoudelijke hulp heeft ontvangen terwijl u daar wel behoefte aan heeft, is het van belang om dat feit mee te laten wegen in de vaststelling van het smartengeld voor het door u geleden leed. Dat betekent dat u mogelijk een hoger bedrag aan smartengeld kunt ontvangen. Dit is in het bijzonder aan de orde indien u de huishoudelijke hulp niet kon betalen doordat u niet tijdig of onvoldoende voorschotten ontving op uw schadevergoeding.

 

Meer informatie of hulp nodig?

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met:

Wat zijn de kosten?

Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.