Ook een dubbele achternaam voor reeds geboren kinderen?

In dit blog leest u een algemene update over de wijziging (modernisering) van het Nederlandse namenrecht. Het wetsvoorstel dat op tafel ligt, gaat over de mogelijkheid om een dubbele achternaam aan nieuwgeborenen te geven. De vraag is hoe het zit met kinderen die al zijn geboren en waarvan de ouders ook graag willen dat die een dubbele achternaam krijgen?

1. Het karakter van het namenrecht

1.1. Invloed van de naam

Het hebben van een naam lijkt zo vanzelfsprekend. Toch heeft een naam meer invloed op het dagelijks leven dan men wellicht in eerste instantie denkt. De naam heeft naast een identificerende functie ook betrekking op de familiebanden die een persoon met zich meedraagt.

1.2. Keuzevrijheid en ordening

Het wijzigen van het naamrecht kan dus voor morele vraagstukken zorgen. Enerzijds geeft men gehoor aan de gewenste keuzevrijheid van ouders om de identiteit van hun kind te bepalen. Anderzijds kan dit in zekere zin een administratieve chaos met zich meebrengen gelet op de ordeningsfunctie voor de eenheid van het namenrecht (ook wel: naamrecht). Ook moet het financiële plaatje in aanmerking worden genomen. Tussen deze twee waarden, moet bij een wijziging, een balans worden gevonden. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat het aannemen van het wetsvoorstel een langdurig proces is.

2. Wetsvoorstel dubbele achternaam

2.1. Rapport ‘Bouwstenen voor een nieuw naamrecht’

Hoewel in andere landen het geven van dubbele achternamen al gebruikelijk was, liet dit in Nederland nog even op zich wachten. Het rapport ‘Bouwstenen voor een nieuw naamrecht’ dateert van april 2009. De motie voor een wetsvoorstel voor het mogelijk maken van de dubbele achternaam naar aanleiding hiervan is in 2018 al aangenomen.

Lees ook: Naar een dubbele achternaam in het Nederlandse namenrecht?

2.2. Inhoud rapport

In het wetsvoorstel wordt gehoor gegeven aan het mogelijk maken van het geven van een dubbele achternaam. Ouders kunnen dan zelf de volgorde van de achternamen bepalen. Dit geldt ook voor adoptieouders of ouders die gezamenlijk gezag uitoefenen over een kind. Ten aanzien van adoptiekinderen geldt dat zij tevens de oorspronkelijke geslachtsnaam kunnen dragen.

3. De tijdelijke overgangsregeling

3.1. Reactie wetsvoorstel en introductie overgangsregeling

Hoewel bovenstaande punten een stap in de goede richting zouden vormen, leidde dit tot onvrede bij ouders van wie de kinderen reeds geboren waren. Ook zij gaven aan de wens te koesteren hun kind een dubbele geslachtsnaam te geven.

Als gevolg hiervan kwam de zogeheten overgangsregeling in opspraak. Uit een publiekspeiling van het ministerie van Justitie en Veiligheid van 2020 kwam namelijk naar voren dat zo’n 32 procent van de mensen van mening is dat het mogelijk moet zijn om het kind de namen van beide ouders te geven. Het geven van een dubbele achternaam zou met terugwerkende kracht moeten kunnen bovendien.

3.2. Inhoud overgangsregeling

De overgangsregeling is van tijdelijke aard. Gedurende één jaar kunnen ouders van kinderen (geboren op of na 29 januari 2019) een dubbele geslachtsnaam aan hun kinderen geven. Hierbij is in aanmerking genomen dat de kinderen ten tijde van de inwerkingtreding van de wet zich nog maar in beperkte mate bewust zijn van hun naamswijziging. Beide ouders moeten hierbij tot een gezamenlijke verklaring komen.

4. Discussie

4.1. Financiële haalbaarheid

De kern van het huidige debat ligt bij de vraag of de overgangsregeling financieel haalbaar en wenselijk is. Dat de ingang van het wetsvoorstel kosten met zich meebrengt ligt voor de hand. Politieke partijen als de VVD en Volt hebben vraagtekens bij het financiële kostenplaatje. Zoals het er nu voorstaat, blijkt de regeling echter wel uitvoerbaar. Er wordt aangegeven dat de regeling aansluit op bestaande financiële processen. Los daarvan moeten de kosten niet worden onderschat en is een stevig debat op zijn plaats.

4.2. Wenselijkheid

Daarnaast vormt de wenselijkheid van de overgangsregeling een discussiepunt. Leden van de SGP stellen ter discussie of de regeling in eerste instantie wel daadwerkelijk is bedoeld om keuzevrijheid te bieden aan de burgers. Zij insinueren dat de ordeningsfunctie van het namenrecht voorop staat. Benadrukt moet worden dat de identificerende functie van het namenrecht de laatste jaren haar relevantie heeft verloren. Dit gelet op de technische ontwikkelingen, waardoor de naam niet meer als enige identificatiemiddel fungeert. Denk hierbij aan de opkomst van andere identificatiemiddelen, zoals bijvoorbeeld het Burger Service Nummer (BSN).

5. Behandeling in de Tweede Kamer en Eerste Kamer

5.1. Plenair debat 8 september 2022

Op 8 september 2022 heeft een plenair debat over het wetsvoorstel in de Tweede Kamer plaatsgevonden. Tijdens dit debat is het wetsvoorstel opnieuw geanalyseerd en hebben partijen de kans gekregen hun zienswijze opnieuw naar voren te brengen. Er zijn enkele hoofdpunten die hierin naar voren kwamen.

Om te beginnen vond er een discussie plaats over de leeftijdsgrens van de overgangsregeling. Zoals het er nu voor staat, zal deze grens liggen bij kinderen die op of na januari 2019 zijn geboren. Minister Franc Weerwind van D66 gaf aan dat deze grens is gekozen, omdat deze kinderen zich nog niet dermate bewust zijn van hun achternaam.

De VVD heeft hiertegen een amendement ingediend, omdat zij van mening is dat de overgangsregeling zo ruim mogelijk moet zijn ten behoeve van het gelijkheidsbeginsel. Verruiming van de leeftijdsgrens brengt noodzakelijkerwijs extra kosten met zich mee. De kern van dit debat lag dan ook bij de vraag of deze bijkomende kosten opwegen tegen een eventuele inbreuk op het gelijkheidsbeginsel.

5.2. Stemming 13 september 2022

Op dinsdag 13 september 2022 heeft de Tweede Kamer gestemd over de wijziging van het wetsvoorstel met betrekking tot de keuze van de geslachtsnaam. Om te beginnen is het amendement (formele wijziging van het wetsvoorstel) van Ellian/Van Ginniken aangenomen. Dit amendement zag op de verruiming van de overgangsregeling. Het oudste kind mag nu maximaal de leeftijd van 8 jaar hebben bereikt. Daarnaast heeft een stemming over het gehele wetsvoorstel plaatsgevonden. Ook deze is aangenomen, met 104 stemmen voor en 45 stemmen tegen.

6.2. Behandeling Eerste Kamer

Het voorbereidend onderzoek voor de Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) vindt plaats op 1 november 2022. Daarna zal het wetsvoorstel behandeld worden in een plenaire vergadering. De verwachting is dat er een stemming zal plaatsvinden over het wetsvoorstel.

6. Conclusie

Op grond van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de modernisering van het Nederlandse namenrecht in ontwikkeling is. De verruiming van de overgangsregeling zal het mogelijk maken om kinderen geboren op of na 2016 ook een dubbele geslachtsnaam te geven. Naar verwachting treedt het wetsvoorstel op 1 januari 2024 in werking.

 

 

Meer informatie of hulp nodig?

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met:

Wat zijn de kosten?

Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.