Verdeling huwelijksvermogen naar Turks recht?

Bij een internationaal huwelijk kan het voorkomen dat de rechter ander recht toepast op het huwelijksvermogen dan het Nederlandse recht. Dit geldt ook voor het huwelijk van Turkse echtgenoten. Zo werd in een uitspraak van de rechtbank Amsterdam het Turkse huwelijksvermogensrecht toegepast. Hoe komt het dat de Nederlandse rechter het Turkse recht toepast en wat is de uitkomst daarvan? In dit blog zullen wij op deze vragen ingaan.

1. Welk recht wordt toegepast op het huwelijksvermogen?

Om te beginnen is het belangrijk om te weten dat deze vraag aan de orde is als partijen een andere nationaliteit hebben dan de Nederlandse (of een dubbele nationaliteit) of als zij na het huwelijk in het buitenland hebben gewoond. Dit zijn huwelijken met internationale aspecten.

Voor de bepaling van het toepasselijke recht op het huwelijksvermogensregime moet eerst gekeken worden naar de datum waarop het huwelijk is gesloten. Wanneer partijen voor de tweede (of volgende) maal met elkaar zijn gehuwd dient gekeken te worden naar de eerste huwelijksdatum omdat het huwelijk weer herleeft als partijen weer met elkaar trouwen (artikel 1:166 BW).

1.1. Huwelijk gesloten voor 1 september 1992

Arrest Chelouche / Van Leer

Als het huwelijk voor 1 september 1992 is gesloten, wordt de vraag naar het toepasselijke recht beantwoord aan de hand van de zogenoemde ‘aanknopingsladder’. Dit is een conflictenleer die de Hoge Raad in het arrest Chelouche / Van Leer (Hoge Raad 10 december 1976, NJ 1977/275) heeft geformuleerd.

Rechtskeuze

Eerst zal gekeken worden of partijen een rechtskeuze hebben gemaakt. Als partijen het toepasselijke recht hebben aangewezen (in de huwelijkse voorwaarden) dan geldt dat recht.

Gemeenschappelijke nationaliteit

Bij het ontbreken van een rechtskeuze wordt gekeken naar de gemeenschappelijke nationaliteit van partijen en is het recht van die nationaliteit van toepassing.

Eerste huwelijksdomicilie

Als er geen sprake is van een gemeenschappelijke nationaliteit dan zal gekeken worden naar de eerste huwelijksdomicilie (gemeenschappelijke woonplaats van de partijen) en is het recht van dat land van toepassing.

Nauwste band

Als de echtelieden geen rechtskeuze hebben gemaakt, geen gemeenschappelijke nationaliteit hebben en ook geen gemeenschappelijke eerste woonplaats na sluiting van het huwelijk, dan wordt gekeken naar het recht van het land waarmee de partijen de nauwste band hebben. Daarbij worden alle omstandigheden betrokken.

Haags Huwelijksgevolgenverdrag 1905

Voor sommige huwelijken die zijn gesloten voor 23 augustus 1977 geldt het zogeheten Haags Huwelijksgevolgenverdrag 1905. Dit verdrag geldt echter alleen als de echtgenoten de nationaliteit dragen van een van de volgende landen: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië of Zweden.

Het recht van die betreffende nationaliteit wordt vervolgens ook toegepast. Dit komt effectief neer op toepassing van het recht van de nationaliteit van de man omdat de echtgenote in de meeste landen destijds de nationaliteit verkreeg van de man onder verlies van haar eigen nationaliteit. Voor echtelieden met een Turkse nationaliteit geldt dit verdrag echter niet omdat Turkije geen lid is van dit verdrag.

1.2. Huwelijk gesloten tussen 1 september 1992 en 29 januari 2019

Haags Huwelijksvermogensverdrag

Als het huwelijk is gesloten vanaf 1 september 1992 en voor 29 januari 2019 dan geldt het Haags Huwelijksvermogensverdrag (“Verdrag”).

Rechtskeuze

Volgens het Verdrag wordt eerst gekeken of partijen een rechtskeuze hebben gemaakt. Ook hier geldt dat het recht wordt toegepast op het huwelijksvermogen dat partijen hebben aangewezen in hun huwelijkse voorwaarden.

Eerste huwelijksdomicilie

Als zij geen rechtskeuze hebben gemaakt, is het recht van de eerste gewone verblijfplaats na het trouwen van toepassing. De eerste gewone verblijfplaats is de plaats waar partijen direct na het sluiten van het huwelijk samen hebben gewoond. Overigens wordt in beginsel aangenomen dat als de partners binnen zes maanden zijn gaan samenwonen in een bepaalde plaats deze plaats als eerste gewone verblijfplaats wordt beschouwd.

Gemeenschappelijke nationaliteit

Als partijen een gemeenschappelijke nationaliteit hebben, is het recht van de staat van hun gemeenschappelijke nationaliteit van toepassing indien wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden. Daarbij kan ook van belang zijn of de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit partij is bij het Verdrag. Turkije is niet partij bij het Verdrag maar artikel 4 van het Verdrag maakt het desondanks mogelijk dat ook het Turkse recht van toepassing kan zijn.

Nauwste band

Indien geen sprake is van een gezamenlijke rechtskeuze, geen sprake is van een eerste gewone verblijfplaats in dezelfde staat en ook geen sprake is van een gemeenschappelijke nationaliteit bij het sluiten van het huwelijk, dan is het recht van het land ven toepassing waarmee partijen de nauwste band hebben alle omstandigheden in aanmerking genomen.

Wagonstelsel

Het recht dat uiteindelijk van toepassing is, blijft van toepassing zolang partijen geen ander toepasselijk recht aanwijzen, zelfs als er een wijziging plaatsvindt van hun nationaliteit. Hier bestaan uitzonderingen op waarbij het mogelijk is dat een zogeheten wagonstelsel ontstaat van elkaar opvolgende rechtsstelsels. In de eerste periode is dan bijvoorbeeld het Turkse recht van toepassing en in het tweede deel van het huwelijk het Nederlandse recht.

1.3. Huwelijk gesloten vanaf 29 januari 2019

Europese Huwelijksvermogensverordening

Voor huwelijken die gesloten zijn op of na 29 januari 2019 is de Europese Huwelijksvermogensverordening van toepassing.

Rechtskeuze

Ook hier wordt eerst gekeken of partijen een rechtskeuze hebben gemaakt. Het recht dat is aangewezen in die rechtskeuze is dan van toepassing.

Eerste huwelijksdomicilie

Als de echtgenoten geen rechtskeuze hebben gemaakt, wordt gekeken waar de partijen na huwelijkssluiting hun eerste gewone (gemeenschappelijke) verblijfplaats hebben en is het recht van dat land van toepassing.

Gemeenschappelijke nationaliteit

Indien een rechtskeuze en een eerste huwelijksdomicilie ontbreekt, bijvoorbeeld omdat partijen na sluiting van het huwelijk elk in hun eigen land zijn blijven wonen, is het recht van het land van de gemeenschappelijke nationaliteit van toepassing.

Nauwste band

Als er geen sprake is van de bovengenoemde situaties dan is het recht van het land waarmee partijen bij de sluiting van het huwelijk de nauwste band hebben van toepassing. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er geen rechtskeuze is, niet alleen een eerste huwelijksdomicilie ontbreekt maar partijen ook geen of juist meer dan een gemeenschappelijke nationaliteit hebben.

2. Wat houdt het Turkse huwelijksvermogensrecht in?

Op grond van de hiervoor besproken rechtsbronnen kan het Turkse recht om diverse redenen en op uiteenlopende gronden worden toegepast op het huwelijksvermogen van partijen. Wat houdt nu dat Turkse huwelijksvermogensrecht in zijn algemeenheid in?

2.1. Deelgenootschap in vermogensopbouw

Het Turkse vermogensrecht maakt onderscheid tussen de verwervingen en het persoonlijke vermogen van iedere echtgenoot.

Verwervingen

De verwervingen hebben betrekking op verkregen vermogensbestanddelen zoals inkomsten uit arbeid, socialezekerheidsuitkeringen, inkomsten uit persoonlijk vermogen en vervangende vermogensbestanddelen.

Persoonlijk vermogen

Het persoonlijk vermogen bestaat uit de ten huwelijk aangebrachte en tijdens het huwelijk door erfrecht of schenking verkregen vermogensbestanddelen. Verder bestaat het persoonlijk vermogen uit onder andere de voor persoonlijk gebruik bestemde goederen. Elke partij beheert en beschikt over zijn eigen persoonlijke vermogen.

Vier vermogens

De man en de vrouw hebben dus ieder twee deelvermogens: het persoonlijke vermogen van de man en de vrouw en de verwervingen van de man en de vrouw. In totaal zijn er daarom vier vermogens te onderscheiden. Dit wordt ook wel het deelgenootschap in vermogensopbouw genoemd.

Peildatum

Het huwelijksgoederenregime eindigt op het tijdstip waarop de rechtszaak voor de beëindiging van het huwelijk aanvangt.

Afwikkeling vermogen

Voor de verwervingen vindt bij echtscheiding een financiële afrekening plaats. De verwervingen die aanwezig zijn bij de beëindiging van het huwelijksgoederenregime worden naar de waarde van het tijdstip van de afrekening aan de berekening toegevoegd. Eerst worden de schulden afgetrokken. De betreffende partij krijgt vervolgens een vordering op de andere partij. De vordering bedraagt de helft van de nettowaarde.

Waardeverandering

Waardeverminderingen en een negatief saldo worden niet meegenomen. Ook wordt gekeken of een van de partijen een vordering heeft op de andere partij door een investering in een goed van die andere partij. Als het goed in waarde is gestegen, dan verkrijgt de partij die geïnvesteerd heeft een vorderingsrecht op de vermeerderde waarde die tijdens de afrekening is vastgesteld op het bijgedragen deel. Indien de waarde is gedaald, dan ontvangt de partij het geïnvesteerde bedrag.

2.2. Schulden

Bij de beëindiging van het huwelijksgoederenregime moeten ook de schulden vastgesteld worden. Daarbij geldt dat iedere echtgenoot met zijn hele vermogen aansprakelijk is voor zijn schulden. Bij de beëindiging van het huwelijksvermogensregime moet nagegaan worden welke schulden er zijn. Het gaat hierbij om onderlinge schulden, maar ook om schulden jegens derden.

Toerekening schulden

Daarna zal een schuld toegerekend worden aan het deelvermogen waarop die schuld rust en als dat niet kan dan wordt de schuld toegerekend aan de verwervingen.

3. Hoe ziet een verdeling naar Turks recht eruit?

Hieronder bespreken we hoe de toepassing van het Turkse huwelijksvermogensrecht op het huwelijksvermogen is uitgepakt in de uitspraak van 24 februari 2016 van de rechtbank Amsterdam als illustratie van hetgeen wij hiervoor hebben besproken.

3.1. Turks recht toepasselijk

In deze zaak gaat het om een vrouw en een man die niet in bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit. In 2015 is door rechtbank Amsterdam de echtscheiding uitgesproken. In de beschikking is overwogen dat het Turkse recht van toepassing is op het huwelijksvermogensregime van partijen op grond van het Verdrag (Haags Huwelijksvermogensverdrag).

Het gaat hier namelijk om een huwelijk met een huwelijksdatum vanaf 1 september 1992 waardoor het Verdrag van toepassing is. Op grond daarvan geldt dat het Turkse recht van toepassing vanwege de gemeenschappelijke Turkse nationaliteit van partijen.

3.2. Wagonstelsel

Dit regime verandert echter vanaf 19 februari 2014 in het Nederlandse recht omdat de man vanaf dat moment de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen. Hier is dus sprake van een wagonstelsel waarbij het vermogen tot 19 februari 2014 wordt beheerst door het Turkse recht en het vermogen vanaf 19 februari 2014 wordt beheerst door het Nederlandse recht. Omdat al het vermogen is verkregen en alle schulden zijn ontstaan voor 19 februari 2014 wordt alleen het Turkse recht betrokken in deze zaak.

3.3. Verdeling vermogen

Wat houdt de toepassing van het Turkse huweliijksvermogensrecht in dit concrete geval in?

a. Bruidsgave

De vrouw stelt dat de man haar 500 gram goud zal moeten betalen wanneer partijen gaan scheiden, zijnde de bruidsgave (de rechtbank schrijft onterecht ‘bruidsschat’). Ze heeft daarbij een overeenkomst overgelegd waarin dit punt is opgenomen. De overeenkomst is ondertekend door haar, de man en door de imam. De man stelt dat het niet om 500 gram goud ging, maar dit standpunt wordt betwist door de vrouw die een verklaring van dezelfde imam heeft overgelegd waarin de imam aangeeft dat hij de overeenkomst heeft opgemaakt en dat het bedrag van 500 gram goud door hem is genoteerd. De rechtbank oordeelt dat deze betalingsvordering een nevenvoorziening is en dat de man het bedrag hoort te betalen nu aan de gestelde voorwaarde (echtscheiding) is voldaan.

De rechtbank lijkt hier overigens Nederlands recht toe te passen op het verzoek omtrent de betaling van de bruidsgave. Partijen zijn van oordeel dat de bruidsgave geen onderdeel is van het te verdelen vermogen zodat niet het recht wordt toegepast dat op het huwelijksvermogen van toepassing is: het Turkse recht. Op grond waarvan het Nederlandse recht wel wordt toegepast, maakt de rechtbank niet duidelijk. In de rechtspraak wordt in beginsel het recht toegepast op de bruidsgave dat ook van toepassing is op het huwelijk (bijv.: rechtbank Rotterdam 14 april 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:3468, r.o. 2.11.7).

b. Inboedel

De inboedel van partijen komt in aanmerking voor verrekening nu het tot de verwervingsdeelneming behoort. De rechtbank kan geen bedrag vaststellen omdat een overzicht met waardebepaling ontbreekt. De partijen verschillen van mening over de waarde van de inboedel. De rechtbank oordeelt dat partijen daarom om en om een inboedelgoed kunnen kiezen.

c. Gouden sieraden/munten

Wat betreft het ‘trouwgoud’ zoals de rechtbank dat beschrijft, is de kwestie ingewikkeld omdat er geen bewijs is dat het er nog is en partijen ook discussie hebben over de vraag wie het toekomt. De rechtbank constateert echter dat er geen bewijs is dat het goud dat bij de bruiloft is verkregen van familie en vrienden nog aanwezig is. Beide partijen vragen immers afgifte daarvan van de ander. De rechtbank concludeert dat niet vaststaat dat het goud er nog was op de peildatum zodat de vorderingen over en weer in dat kader worden afgewezen.

d. Pizzeria

Een ander vermogensbestanddeel is de pizzeria. De partijen zijn het niet eens over de waarde van de pizzeria en beschikken niet over jaarrekeningen. Wel zijn er voorlopige cijfers van het jaar 2014 overgelegd waaruit de rechtbank heeft kunnen concluderen dat er sprake is van een winst uit onderneming van € 62.000,-. De rechtbank begroot de waarde daarom op € 62.000 euro en bepaalt dat de man uit hoofde van de verrekening € 15.500,- aan de vrouw moet voldoen omdat de man voor de helft eigenaar is van de pizzeria.

e. Schulden

Ten slotte heeft de man gesteld dat door beide partijen een leningsovereenkomst is ondertekend. Verder stelt hij dat de lening in het verwervingsdeel van partijen valt en in beginsel voor rekening van beide partijen komt. De vrouw stelt daarentegen dat de man deze lening aan het bedrijf heeft besteed en verzoekt om de schuld aan de man toe te delen.

De rechtbank overweegt dat uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting niet is komen vast te staan dat de lening is aangegaan ten behoeve van de pizzeria. Verder stelt de rechtbank dat wel is komen vast te staan dat beide partijen voor de lening hebben getekend en hiervoor hoofdelijk aansprakelijk zijn jegens derden. Daarom is ieder voor de helft draagplichtig voor de schuld.

4. Conclusie

Welk recht van toepassing is op het huwelijksvermogensregime hangt af van wanneer het huwelijk is aangegaan in samenhang met vragen betreffende de rechtskeuze, nationaliteit(en) en eerste huwelijksdomicilie van partijen. Wanneer het Turkse recht van toepassing blijkt te zijn op grond van het voorgaande, moeten partijen bij de verdeling van het huwelijksgoederenregime rekening houden met de meerdere deelvermogens die het Turks recht kent.

Bruidsgave

Een vaak terugkomend geschilpunt binnen het Turkse huwelijk is de bruidsgave. In de zaak die in dit artikel is besproken, heeft de vrouw verzocht om de betaling van de bruidsgave. Dit onderdeel is naar Nederlands recht beoordeeld. De rechter heeft op grond van de overeenkomst die de vrouw heeft overgelegd, geoordeeld dat de betalingsvordering een nevenvoorziening is en dat de man het bedrag dient te betalen aan de vrouw.

Bewijzen

Een ander aspect in deze zaak is het gebrek aan onderbouwing door middel van bewijsstukken door beide partijen. Dit geldt zowel ten aanzien van het trouwgoud, de inboedel als de waardebepaling van de pizzeria. Zeker wanneer buitenlands recht van toepassing is, zoal in dit geval het Turkse recht, is het van groot belang dat tijdig de juiste bewijsstukken aan de rechter overgelegd worden. Anders is de kans dat verzoeken reeds daarom worden afgewezen.

 

Meer informatie of hulp nodig?

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met:

Wat zijn de kosten?

Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.