Kinderalimentatie volgens Turks recht

Bij een echtscheiding met kinderen zal het veelal zo zijn dat een van de ouders kinderalimentatie betaalt aan de ander. Bij een internationale echtscheiding kan de vaststelling van kinderalimentatie extra gecompliceerd worden. Aan de hand van een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 april 2021 bespreken we wat er gebeurt als het Turkse recht wordt toegepast op  het verzoek tot vaststelling van kinderalimentatie. We zullen daarbij eerst ingaan op de verschillen tussen het Nederlandse en Turkse kinderalimentatierecht.

1. Kinderalimentatie in Nederland

1.1. Plicht kinderalimentatie

Artikel 1:395a van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat ouders verplicht zijn hun meerderjarige kinderen, die de leeftijd van 21 nog niet hebben bereikt, te voorzien in het levensonderhoud en studie. Deze onderhoudsplicht geldt eveneens voor een stiefouder gedurende zijn huwelijk of zijn geregistreerd partnerschap.

1.2. Hoogte kinderalimentatie

Voor de vaststelling van het bedrag bepaalt de rechter wat de behoefte van het kind is die doorgaans wordt afgeleid van het netto besteedbaar inkomen van de ouders ten tijde van het huwelijk of het geregistreerde partnerschap. Daarnaast wordt er gekeken naar de draagkracht van zowel de betalende als de ontvangende ouder.

1.3. Internationale kinderalimentatie

De kinderalimentatie kan in Nederland ook op nihil gesteld worden in gevallen waarbij de onderhoudsplichtige ouder geen enkele draagkracht heeft. Dat leidt er soms toe dat kinderalimentatie in het land van herkomst wordt verzocht in plaats van in Nederland. In de onderhavige zaak wordt de alimentatie juist in Nederland verzocht door een verzoekster die in Turkije woont.

Lees ook: https://www.elhannouche.nl/kinderalimentatie-in-marokko-verzoeken-onrechtmatig.

Lees ook: https://www.elhannouche.nl/kinderalimentatie-in-marokko-vragen-altijd-onrechtmatig.

2. Kinderalimentatie in Turkije

2.1. Plicht kinderalimentatie

Artikel 182 van het Turks Burgerlijk Wetboek (TBW) regelt de alimentatie in geval van een echtscheidingsprocedure. Anders dan het Nederlandse recht kent het Turkse recht geen onderhoudsplicht bij stiefkinderen.

De wet bepaalt dat de alimentatieverplichting in beginsel geldt tot het kind meerderjarig is. De rechter kan echter bepalen dat de betaling van kinderalimentatie kan voortduren nadat het kind meerderjarig is geworden vanwege de studie van het kind. Het Turkse recht kent dus geen leeftijdsgrens voor de duur van de alimentatie. Dit is een verschil met het Nederlands recht, omdat de voortduring van kinderalimentatie na de leeftijd van 21 in beginsel niet mogelijk is.

2.2. Hoogte kinderalimentatie

De hoogte van de kinderalimentatie wordt naar Turks recht bepaald door de behoefte van het kind en de levensomstandigheden en draagkracht van de moeder en vader aldus artikel 330 TBW. In deze zin lijkt de bepaling van de hoogte op het systeem dat wij in Nederland hanteren.

2.3. Algemene onderhoudsplicht

Naast de kinderalimentatie is volgens artikel 364 TBW een ieder verplicht om onderhoud te verstrekken aan zijn verwanten in de opgaande en neergaande lijn en aan zijn broers en zusters die, indien hij geen hulp verstrekt, in behoeftigheid geraken. De zaak die hieronder besproken wordt, gaat over een verzoekster van 21 jaar oud die op grond van dit artikel een verzoekschrift heeft ingediend

4. De rechtszaak

4.1. De feiten

De verzoekster in deze zaak was ten tijde van indiening van het verzoekschrift 21 jaar oud. De man was gehuwd met de moeder van verzoekster tot 27 december 2000. Verder is verzoekster in de Basisregistratie Personen (BRP) geregistreerd als geëmigreerd naar Turkije sinds 1 januari 2017.

De door de man te betalen bijdrage aan de moeder van verzoekster is destijds bij beschikking van 9 juli 2002 bepaald op € 227,- per maand. Vervolgens is dit bedrag op 27 januari 2004 gewijzigd naar € 200,- per maand.

4.2. Ontvankelijkheid en toepasselijk recht

Zoals eerder is aangegeven is een ieder op grond van artikel 364 TBW verplicht levensonderhoud te verstrekken aan zijn verwanten in opgaande en neergaande lijn, waaronder dus ook voor kinderen. Verzoekster is op grond van dit artikel ontvankelijk in het verzoek.

Het toepasselijk recht wordt op grond van artikel 3 van het Protocol van 23 november 2007 bepaald door het recht van de staat waar de onderhoudsgerechtigde zijn gewone woonplaats heeft. Omdat verzoekster in Turkije woont, wordt daarom het Turkse recht toegepast door de Nederlandse rechter.

4.3. Behoefte en behoeftigheid

De verzoekster heeft een licht verstandelijke beperking en stelt dat zij niet in staat is om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Door haar is een behoefte van € 580,- per maand gesteld. Namens de verzoekster is op de zitting verklaard dat zij vrijwilligerswerk verricht in het ziekenhuis als tolk. Verder is verklaard dat de voorzieningen niet goed zijn in Turkije, zo heeft zij daar geen recht op een Wajong-uitkering.

Vaststelling van een bijdrage geschiedt naar Turks recht volgens artikel 330 TBW naar behoefte en draagkracht zoals hiervoor toegelicht. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de eigen inkomsten van het betreffende kind. De rechtbank heeft de gestelde behoefte van € 580,- per maand redelijk geacht.

4.4. Verweer vader

De vader betwist dat de verzoekster niet in staat is in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Ook geeft de vader aan dat door zijn dochter niet is aangetoond dat ze geen aanspraak maakt op een uitkering. Verder heeft ze geen verklaringen van arbeidsongeschiktheid en sollicitatiebrieven overgelegd en stelt de vader dat het de keuze van zijn dochter is om in Turkije te blijven wonen terwijl zij in Nederland betere voorzieningen heeft. Ten slotte biedt de vader aan in natura voor haar te zorgen.

5. De uitspraak

5.1. Arbeidsongeschiktheid niet aangetoond

Volgens de rechter blijkt niet hoe verzoekster in haar mogelijkheden om te werken wordt beperkt, terwijl het antwoord op die vraag belangrijk is nu vaststaat dat de verzoekster wel vrijwilligerswerk verricht. De rechtbank gaat ervan uit dat verzoekster in staat moet worden geacht om in haar eigen behoefte van € 580,- per maand te voorzien nu de rechtbank oordeelt dat niet is aangetoond dat verzoekster niet tot arbeid in staat is.

5.2. Psychologische beperkingen onduidelijk

De rechter overweegt daarbij dat verzoekster had moeten aantonen dat sprake is van gegronde redenen waarom zij niet geheel of gedeeltelijk in haar eigen levensonderhoud kan voorzien. Zo heeft zij een verslag van een psychologisch onderzoek uit 2008 overgelegd dat is uitgevoerd door een schoolpsycholoog en enkel gesteld dat zij door een verstandelijke beperking en een laag IQ niet in staat is om te werken. De rechtbank overweegt echter dat uit het verouderde verslag niet blijkt welke beperkingen  verzoekster nu nog in het dagelijks leven ervaart.

5.3. Geen behoeftigheid zonder alimentatie

De rechtbank oordeelt concluderend dat verzoekster onvoldoende heeft aangetoond dat zij niet in staat is om in haar eigen behoefte te kunnen voorzien. De rechtbank is verder van oordeel dat er geen sprake is van een situatie dat verzoekster in behoeftigheid zal geraken als haar vader geen financiële hulp verstrekt en wijst daarom het verzoek af.

6. Conclusie

6.1. Kinderalimentatie: Nederlands vs Turkije

Volgens het Nederlandse recht hebben kinderen tot zij de leeftijd van 21 hebben bereikt recht op kinderalimentatie. Deze onderhoudsplicht geldt ook voor stiefouders voor zover het kind deel uitmaakt van hun gezin. Kinderalimentatie volgens het Turkse recht kent echter geen leeftijdsgrens. Deze kan voortduren in verband met de studie van het kind. Een ander verschil is dat de onderhoudsplicht niet voor stiefouders geldt volgens Turks recht.

6.2. De algemene onderhoudsplicht

Naast de kinderalimentatie kent het Turkse recht ook een algemene onderhoudsplicht. Deze onderhoudsplicht verplicht een ieder om onderhoud te verstrekken aan zijn verwanten in de opgaande en neergaande lijn. Dit houdt in dat kinderen ook op grond van dit artikel aanspraak kunnen maken op onderhoud van hun ouders.

6.3. Feiten rechtszaak

In deze rechtszaak heeft de 21-jarige verzoekster op grond van de algemene onderhoudsplicht een verzoekschrift ingediend. Zij stelde hierin dat zij niet in staat is om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Het Turkse recht was in deze zaak van toepassing, omdat de onderhoudsgerechtigde verzoekster, woonachtig is in Turkije.

6.4. Gegronde redenen

De rechter oordeelt dat de verzoekster echter onvoldoende heeft aangetoond dat zij niet in staat is om in haar eigen behoefte te kunnen voorzien, omdat de verzoekster niet heeft aangetoond dat er gegronde redenen zijn waardoor zij niet geheel of gedeeltelijk in haar eigen levensonderhoud kan voorzien.

6.5. Beperkingen verzoekster

De rechter oordeelt vervolgens dat uit een verouderde verslag, dat door de verzoekster is overgelegd, niet blijkt welke beperkingen verzoekster in het huidige dagelijkse leven ervaart. Ook blijkt niet hoe zij in haar mogelijkheden om te werken wordt beperkt; zij verricht immers wel vrijwilligerswerk.

6.6. Afwijzing verzoek

Er is volgens de rechtbank bovendien geen sprake van een situatie dat verzoekster in behoeftigheid zal geraken als haar vader geen financiële hulp verstrekt. Het verzoek is daarom afgewezen door de rechter.

 

Meer informatie of hulp nodig?

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met:

Wat zijn de kosten?

Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.