Rechtszaak gewonnen: welke kosten worden vergoed?

Een oud spreekwoord luidt: “Wie procedeert om een koe legt er een op toe.” Het starten van een juridische procedure voor u als ondernemer maar ook als particulier brengt nog altijd de nodige kosten met zich mee. In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, worden deze kosten niet allemaal vergoed door de verliezende partij. Om die reden hangt de vraag of een procedure gestart moet worden af van welke kosten mogelijk voor eigen rekening blijven. Maar ook wat de kosten zullen zijn indien de zaak onverhoopt wordt verloren. In dit artikel bespreken we de vraag wanneer de (proces)kosten worden vergoed, welke kosten worden vergoed en tot welk bedrag.

1. De proceskostenveroordeling

De door partijen gemaakte proceskosten worden gedurende de procedure door de partijen zelf betaald. Wanneer de rechter uitspraak doet, veroordeelt hij één of beide partijen in de proceskosten. Meestal is dit op verzoek van de eisende partij, maar de rechter kan dit ook uit eigen beweging doen.

Proceskosten

Doorgaans veroordeelt hij de partij in de proceskosten die hij in het ongelijk heeft gesteld (artikel 237 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, hierna: Rv). Dit kan echter anders zijn als de partijen over en weer op enkele punten in het ongelijk zijn gesteld of wanneer partijen familie van elkaar zijn (artikel 237 lid 1 Rv). In dergelijke gevallen kan de rechter bepalen dat iedere partij zijn eigen proceskosten dient te dragen. De proceskosten worden dan gecompenseerd. Daarnaast kan de rechter bepalen dat kosten voor eigen rekening komen als een partij die kosten nodeloos heeft gemaakt (artikel 237 lid 1 Rv).

Afweging

Als u door de rechter in de proceskosten wordt veroordeeld, dient u zelf de kosten van de wederpartij te vergoeden. Dit geldt ook als u op basis van gesubsidieerde rechtsbijstand (toevoeging) procedeert, omdat die toevoeging alleen geldt voor de kosten van uw eigen advocaat. U dient dus een inschatting te maken van uw kansen voordat u een procedure start. Het is aan te raden dit in samenspraak te doen met uw eventuele advocaat of gemachtigde. U kunt dan een gedegen afweging maken en bepalen of u het risico van de proceskostenveroordeling wilt aanvaarden en dit afzetten tegen eventuele mogelijkheid om de zaak te schikken.

2. Casus

In het hierna volgende werken we met een casus om de verschillende kostenveroordelingen te illustreren. Het gaat om een zaak waarbij u als ondernemer een vordering heeft van € 17.000,- op een particulier vanwege de verkoop en levering van een auto. De schuldenaar heeft op 1 juli 2016 een brief gekregen waarin hij tot 15 juli 2016 de tijd heeft gehad om vrijwillig het openstaande bedrag van € 17.000,- te voldoen.  Nadat de schuldenaar dit heeft nagelaten, heeft u een advocaat ingeschakeld om een dagvaarding op te stellen die vervolgens door de deurwaarder is betekend aan de schuldenaar.

De zaak wordt aangespannen bij de kamer voor kantonzaken omdat het een vordering betreft tot € 25.000,-. Na het uitbrengen van de dagvaarding heeft de wederpartij schriftelijk gereageerd door middel van een conclusie van antwoord. Vervolgens heeft er een zitting (comparitie) plaatsgevonden. De rechter heeft middels een vonnis de hoofdvordering (inclusief wettelijke rente) toegewezen en de wederpartij volledig in de proceskosten veroordeeld. Na ontvangst van een brief van de advocaat en een kopie van het vonnis gaat de schuldenaar direct over tot betaling van de hoofdsom en de proceskosten.

We zullen hierna zien op de vergoeding van welke kosten u zoal aanspraak maakt en tot welk bedrag.

3. Welke proceskosten worden vergoed?

De proceskosten die partijen maken tijdens een procedure bestaan uit verschillende kostenposten. Sommige kosten worden volledig vergoed door de partij die in de proceskosten is veroordeeld andere kosten niet of niet volledig. Hieronder worden de afzonderlijke kostenposten besproken. Hierbij wordt ingegaan op de vraag waarvoor u de kosten maakt en in hoeverre deze kosten kunnen worden vergoed door de wederpartij indien sprake is van een proceskostenveroordeling.

3.1. Reis- en verblijfkosten en verletkosten

Indien u zonder gemachtigde procedeert, kan de rechter bepalen dat de wederpartij een bedrag aan u voldoet voor uw noodzakelijke reis- en verblijfkosten en verletkosten (artikel 238 lid 1 Rv). Het gaat hier om kosten die noodzakelijkerwijs zijn gemaakt om een zitting bij te wonen en om eventuele gederfde inkomsten in dat kader.

Specificaties

Het is aan te raden om specificaties te overleggen om de noodzakelijke reis- en verblijfkosten aan te tonen zoals treinkaartjes, parkeerkaartjes etc. Ook is het aan te raden om de inkomstenderving met stukken aan te tonen zoals een verklaring van de werkgever dat verlof is opgenomen om de zitting bij te wonen en de hoogte van het gederfde inkomen door overlegging van loonspecificaties. Indien dat niet gebeurt, zal de kantonrechter de kostenposten naar redelijkheid begroten en dat kan betekenen dat de begrote kosten ook lager zijn dan de werkelijke kosten.

Casus

U stelt een vordering in van € 17.000,- door middel van een gemachtigde zijnde een advocaat. U heeft kosten (reis-, verblijf- en verletkosten) gemaakt om naar de zitting te gaan. In dit geval worden deze kosten niet aan u vergoed omdat u middels een gemachtigde procedeert en in diens kosten op een andere wijze is voorzien (zie hierna).

3.2. Salaris gemachtigde

In kantonzaken kunnen partijen procederen bij gemachtigde. De in de proceskosten veroordeelde partij moet ook een bedrag betalen voor het salaris en noodzakelijke verschotten van de gemachtigde (artikel 238 lid 2 Rv). In tegenstelling tot het griffierecht en de kosten voor het uitbrengen van de dagvaarding, worden de kosten voor het salaris van de gemachtigde niet volledig vergoed. Deze kosten worden namelijk door de rechter begroot door middel van een zogeheten  liquidatietarief.

Liquidatietarief

Het liquidatietarief is een puntensysteem, waarbij het te betalen bedrag afhankelijk is van de verrichte werkzaamheden en het belang van de zaak. Voor iedere van deze werkzaamheden wordt een aantal punten toegekend (Tabel A hieronder). Dit aantal punten wordt daarna met een bedrag vermenigvuldigd. Hoe hoog dit bedrag is, hangt af van welk bedrag wordt gevorderd in de procedure (Tabel B hieronder). De uitkomst van deze rekensom (A x B) is het bedrag dat de in de proceskosten veroordeelde partij aan salaris gemachtigde van de wederpartij moet betalen. Aan de hand van de onderstaande tabellen kunt u berekenen op welk bedrag de rechter het salaris gemachtigde begroot.

A. Waardering van de verrichte werkzaamheden in punten 

Verrichte werkzaamheden Punten
Iedere conclusie vóór het interlocutoir tot een maximum van twee 1
Pleidooi 2
Pleidooi in incident 1
Schriftelijk pleidooi 1
Enquête aan eigen zijde 1
Voortzetting enquête aan eigen zijde 0,5
Bijwoning enquête aan de zijde van de wederpartij 0,5
Voortzetting daarvan 0,5
Comparitie, anders dan tegelijk met de enquête 1
Conclusie na comparitie of na enquête tot een maximum van één 0,5
Akten ter rolle zonder bijzondere inhoud 0
Akten ter rolle met bijzondere inhoud 0,5
Conclusie in een incident, ongeacht het aantal 1
Incident verhoor op vraagpunten, incl. bijwoning van het verhoor, voor iedere partij 1
Bevolen gerechtelijke plaatsopneming 1
Conservatoir beslag met request 1
Idem zonder request 0,5
Bijwoning eedsaflegging 0
Rekest, verweerschrift in requestprocedures 1
Mondelinge behandeling in requestprocedures 1
Werkzaamheden van de geïntimeerde ingeval de appellant niet van grieven dient 0,5

B. Het belang van de zaak

Hoofdsom en rente en buitengerechtelijke incassokosten tot en met Salaris (bedrag per punt) Maximaal aantal punten
€ 250 € 30 3
€ 500 € 60 4
€ 1.250 € 100 5
€ 2.500 € 150 5
€ 3.750 € 175 5
€ 5.000 € 200 6
€ 10.000 € 250 6
€ 20.000 € 300 7
€ 40.000 € 400 10
€ 100.000 € 600 10
€ 200.000 € 700 geen
€ 400.000 € 800 geen
€ 1.000.000 € 1.000 geen
meer dan € 1.000.000 € 1.200 geen

Casus

U stelt een vordering in van € 17.000,-. Er is een dagvaarding opgesteld en er heeft een comparitiezitting plaatsgevonden. Uit de bovenstaande tabellen blijkt dat voor deze werkzaamheden in totaal 2 punten worden toegekend en dat dit aantal punten wordt vermenigvuldigd met € 300,-. De wederpartij wordt daarom veroordeeld om € 600,- aan salaris gemachtigde aan u te voldoen.

3.3. Buitengerechtelijke incassokosten

Als eiser maakt u vaak kosten voorafgaand aan het proces om uw wederpartij ertoe te bewegen om de aan u openstaande vordering te voldoen. Dergelijke kosten worden buitengerechtelijke kosten of (buitengerechtelijke) incassokosten genoemd. Deze kosten dienen te worden vergoed door de particuliere schuldenaar (artikel 6:96 lid 2 sub c van het Burgerlijk Wetboek, hierna: BW).

Veroordeling incassokosten

Deze incassokosten probeert u vóór de procedure al te verhalen op de wederpartij zeker wanneer u een incassobureau heeft ingeschakeld en daarvoor kosten moet maken.  Deze incassokosten komen ook voor vergoeding in aanmerking in een procedure als onderdeel van de proceskostenveroordeling (artikel 241 Rv). In tegenstelling tot de kosten voor rechtsbijstand en griffiekosten doet de rechter dit alleen als u een vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten heeft ingesteld.

Redelijke kosten

U dient dus te vragen om vergoeding van de buitengerechtelijke proceskosten. De rechter wijst deze vordering toe indien de buitengerechtelijke kosten gerechtvaardigd zijn. U kunt dus alleen een vergoeding krijgen als de door u gemaakte kosten redelijk zijn en in redelijkheid zijn gemaakt. Dat betekent dat ze niet te hoog mogen zijn, waarover hierna meer, maar dat het ook zo moet zijn dat werkzaamheden zijn verricht voordat een procedure is gestart om de vordering te innen bij de wederpartij welke werkzaamheden niet bedoeld zijn als voorbereiding op de procedure.

Veertiendagenbrief

Dit is het geval wanneer u een brief stuurt aan de wederpartij en deze aanmaant tot betaling binnen veertien dagen (de zogeheten veertiendagenbrief). In deze brief is het van belang dat u aangeeft dat binnen veertien dagen te rekenen vanaf twee dagen na dagtekening van de brief betaald dient te worden. U stuurt deze brief bij voorkeur aangetekend. U dient aan te geven wat de consequenties zijn indien dat niet gebeurt namelijk het verschuldigd zijn van de incassokosten door de wederpartij. U dient in de brief ook aan te geven wat de hoogte is van dat bedrag en of dat wel of niet belast is met btw.

Verhoging Btw

De incassokosten, zonder verhoging met btw, worden aan u vergoed indien u btw kunt verrekenen. Immers, de kosten die u heeft betaald of zou betalen aan het incassobureau bestaan uit het bedrag aan kosten enerzijds en de btw anderzijds. Deze btw heeft u teruggevorderd van de Belastingdienst of kunt u terugvorderen zodat u slechts het bedrag aan incassokosten zonder de btw effectief kwijt bent geweest.

Indien u geen ondernemer bent of om andere redenen geen btw kunt verrekenen dan dient het bedrag aan incassokosten verhoogd met btw aan u vergoed te worden. Immers, dit volledige bedrag bent u kwijt geweest of zou u kwijt geweest zijn aan het incassobureau zonder dat u een deel daarvan kunt terugvorderen via de Belastingdienst.

Wet normering buitengerechtelijke incassokosten (WIK)

De incassokosten die u vermeldt in de veertiendagenbrief worden begroot op basis van de Staffel Buitengerechtelijke Incassokosten (BIK) die gebaseerd is op de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten (WIK). Niet de werkelijke incassokosten worden vergoed, maar  uitsluitend die incassokosten die op basis van deze staffel voor vergoeding in aanmerking komen.

Staffel Buitengerechtelijke Incassokosten (BIK)

Deze tabel is van toepassing op procedures waarin de schuldenaar op of na 1 juli 2012 in verzuim is geraakt en de gevorderde hoofdsom is gegrond op een verbintenis uit overeenkomst tot betaling van een geldsom, een verbintenis tot vergoeding van schade, vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, of een verbintenis tot betaling van een geldsom omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding. Van verzuim is sprake indien de schuldenaar na veertien dagen, te rekenen vanaf twee dagen na verzending van de veertiendagenbrief in verband met postverzending, niet heeft betaald.

De tabel luidt als volgt:

Hoofdsom tot en met Toepasselijk percentage Maximum
€ 2.500 15% over de hoofdsom € 375 (minimaal € 40)
€ 5.000 € 375 +10% over (hoofdsom – € 2.500) € 625
€ 10.000 € 625 +5% over (hoofdsom – € 5.000) € 875
€ 200.000 € 875 +1% over (hoofdsom – € 10.000) € 2.775
Boven de € 200.000 € 2.775 + 0,5% over (hoofdsom – € 2.00.000) € 6.775

Casus

U stelt een vordering in van € 17.000,-. U bent een btw-plichtige ondernemer. De schuldenaar is in het jaar 2016 in verzuim geraakt. Indien de rechter het vergoeden van de buitengerechtelijke kosten redelijk acht, worden zij begroot op € 945,-. Dit is de opstelsom van het bedrag van € 875,- en 1% over € 7.000,- (€ 17.000 – € 10.000). Het bedrag wordt niet met btw verhoogd aangezien u als btw-plichtige ondernemer de btw kunt verrekenen.

3.4. Dagvaardingskosten

De eisende partij begint de procedure door een dagvaarding uit te brengen. De dagvaarding moet aan de wederpartij worden betekend en daarvoor moet een deurwaarder worden ingeschakeld. De eiser betaalt de kosten van de deurwaarder in eerste instantie.

Indien de eiser de zaak wint en de gedaagde in de proceskosten wordt veroordeeld, moet de gedaagde deze door de eiser gemaakte kosten volledig vergoeden (artikel 240 Rv). De kosten voor het betekenen van een dagvaarding zijn wettelijke vastgesteld in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag). Op grond van artikel 2a Btag is het bedrag voor het betekenen van een dagvaarding in 2016 € 77,75 exclusief btw (€ 94,08 inclusief btw).

Verhoging Btw

Het bedrag van € 77,75, zonder verhoging met btw, wordt aan u vergoed indient u btw kunt verrekenen. Immers, de kosten die u heeft betaald aan de deurwaarder bestond uit een bedrag van € 77,75 aan kosten en € 16,33 aan btw. Deze btw heeft u teruggevorderd van de Belastingdienst of kunt u terugvorderen zodat u slechts een bedrag van € 77,75 effectief kwijt bent geweest.

Indien u geen ondernemer bent of om andere redenen geen btw kunt verrekenen dan dient het bedrag van € 94,08 inclusief btw aan u vergoed te worden. Immers, dit volledige bedrag bent u kwijt geweest aan de deurwaarder zonder dat u een deel daarvan kunt terugvorderen via de Belastingdienst.

Casus

U stelt een vordering in van € 17.000,- als ondernemer. U betaalt in dit geval € 94,08 inclusief btw aan de deurwaarder voor het uitbrengen van de dagvaarding. Indien de wederpartij in de proceskosten wordt veroordeeld, dient deze een bedrag van € 77,75 aan u te voldoen omdat u de btw kunt verrekenen.

3.5. Griffierecht

De eisende partij dient een bedrag te betalen aan de rechtbank wanneer zij een procedure instelt. Dit bedrag wordt het griffierecht genoemd. Indien de eisende partij volledig in het gelijk wordt gesteld, wordt de gedaagde in de betaling van de proceskosten veroordeeld. De gedaagde moet dan het door de eiser betaalde bedrag aan griffierecht volledig vergoeden. De hoogte van het griffierecht hangt af van de hoedanigheid van de eiser, (eventueel) het inkomen van de eiser en het belang van de zaak. In de onderstaande tabel ziet u een overzicht van de hoogte van het griffierecht.

Griffierecht in dagvaardingszaken Griffierecht niet-natuurlijke personen Griffierecht natuurlijke personen Griffierecht onvermogenden (alleenstaand: jaarinkomen t/m € 26.000; gehuwd, samenwonend of eenoudergezin: verzameljaarinkomen t/m € 36.800)
Zaken met een vordering, dan wel een verzoek van

– onbepaalde waarde
of
– met een beloop van niet meer dan € 500

€ 117 € 79 € 79
Zaken met een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 500 en niet meer dan € 12.500 € 471 € 223 € 79
Zaken met een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12.500 € 941 € 471 € 79
Aktes € 123 € 123 € 123
Verzetschrift Wet Mulder € 117 € 79 € 79

Casus

U stelt een vordering in van € 17.000,- als niet-natuurlijke persoon. U betaalt in dit geval € 941,- aan griffierecht. Indien de wederpartij in de proceskosten wordt veroordeeld, dient deze dit bedrag aan u betalen

3.6. Kosten na de uitspraak

Als de rechter uitspraak doet, veroordeelt hij een partij tot het verrichten van een prestatie. Meestal wordt een partij veroordeeld tot het betalen van een geldsom aan de wederpartij. De winnende partij moet vaak kosten maken om de wederpartij ertoe te bewegen aan het vonnis te voldoen. Deze kosten worden nakosten genoemd. Bij nakosten, ook wel nasalaris genoemd, moet worden gedacht aan kosten in verband met het bestuderen van het vonnis, het onderhouden van contacten met de schuldenaar en de schuldeiser zoals het versturen van aanmaningen na de uitspraak en betekening van het vonnis.

Begroting nakosten

Indien u de rechtszaak heeft gewonnen, wilt u ook graag dat de wederpartij deze nakosten aan u vergoedt. De rechter kan daarom al in het vonnis bepalen dat de in het ongelijk gestelde partij de nakosten moet betalen aan de in het gelijk gestelde partij. Omdat de hoogte van de nakosten van tevoren niet bekend is, maakt hij hiervan een begroting. De kosten worden begroot op € 131,- bij een procedure zonder tegenvordering (reconventie). In een procedure met een tegenvordering worden de nakosten begroot op € 205,-.

Nakosten bij betekening

De kosten worden nog verhoogd met een bedrag van € 68,- indien het nodig is gebleken dat de deurwaarder het vonnis betekent aan de veroordeelde partij. Dit recht bestaat slechts indien de partij veertien dagen de tijd heeft gekregen om vrijwillig te voldoen aan het vonnis en dat vervolgens niet doet. Het nasalaris kan overigens niet meer bedragen dan de helft van het salaris gemachtigde. Bovendien moet sprake zijn van een proceskostenveroordeling en dus niet van een gehele of gedeeltelijke compensatie van die proceskosten.

Geen begroting nakosten

Het kan ook zijn dat de rechter geen begroting maakt van de nakosten of deze niet noemt in zijn vonnis. De Hoge Raad heeft bepaald dat de grosse van het vonnis dan toch kan worden gebruikt om de nakosten te executeren. Voor de hoogte hiervan moet aansluiting worden gezocht bij de hierboven genoemde richtlijn. Indien partijen het niet eens zijn over de hoogte van de nakosten, dan kan de partij in het voordeel van wie de kostenveroordeling is uitgesproken, de rechter verzoeken een bevelschrift af te geven waarin de rechter de hoogte van de nakosten alsnog begroot.

Betekenings- en beslagkosten

Het gaat hierbij uitsluitend om het salaris gemachtigde voor handelingen na de uitspraak en dus niet om kosten van betekening of beslag door de deurwaarder zelf. Indien de partij die veroordeeld is niet vrijwillig voldoet aan het vonnis dan dient het vonnis betekend te worden door de deurwaarder zoals hiervoor uiteengezet. Daarna kan de deurwaarder overgaan tot beslag. De kosten voor betekening en voor beslag vallen niet onder de proceskostenveroordeling maar dienen op grond van de wet door de veroordeeld partij desalniettemin voldaan te worden.

Casus

U stelt een vordering in van € 17.000,-. Er is geen tegenvordering ingesteld door de wederpartij. De wederpartij wordt veroordeeld om € 900,- aan salaris gemachtigde aan u te voldoen. De wederpartij wordt volledig in de proceskosten veroordeeld (zonder compensatie). Het vonnis wordt vrijwillig nagekomen nadat u de wederpartij daartoe heeft aangemaand. De nakosten bedragen in dit geval € 131,- aangezien er geen tegenvordering of betekening heeft plaatsgevonden. Deze kosten worden ook niet beperkt nu zij niet meer dan de helft bedragen van het salaris gemachtigde van € 900,-.

4. Andere proceskosten

De hiervoor besproken kosten zijn de meest voorkomende proceskosten die deels of geheel voor vergoeding in aanmerking komen. Er zijn echter nog andere soorten kosten die ook voor vergoeding in aanmerking kunnen komen, waaronder onkosten voor getuigen of deskundigen en kosten voor uittreksels uit openbare registers. Aangezien deze kosten niet altijd aan de orde zijn, voert het in dit bestek te ver om in te gaan op deze kosten. In het algemeen geldt als regel dat het belangrijk is, zeker als u zonder gemachtigde procedeert, om zoveel mogelijk van de door u gemaakte kosten te vorderen van de wederpartij en deze waar mogelijk ook te specificeren.

5. Conclusie

De in het ongelijk gestelde partij wordt doorgaans in de kosten veroordeeld. Het is daarom aan te raden om samen met uw advocaat een inschatting te maken van uw kansen, zodat u kunt afwegen of u dit risico wilt nemen. Indien u in de proceskosten wordt veroordeeld, moet u namelijk zelf de proceskosten van de wederpartij betalen.

Forfaitaire vergoedingen

Het door de eiser betaalde griffierecht en de dagvaardingskosten worden volledig vergoed als u als eiser in het gelijk wordt gesteld. Daarentegen wordt het salaris van uw gemachtigde door de rechter begroot aan de hand van het liquidatietarief. Ook voor het vaststellen van de buitengerechtelijke kosten maakt de rechter een begroting aan de hand van richtlijnen. De winnende partij krijgt daarom in vrijwel geen enkele zaak al haar daadwerkelijk gemaakte kosten vergoed omdat deze kosten forfaitair worden vastgesteld. U moet daarom vaak een deel van de proceskosten toch zelf dragen. Ook dit is een belangrijk gegeven bij de afweging om een procedure te starten.

Casus

Wat betreft de besproken casus is de conclusie dat de schuldenaar wordt veroordeeld tot betaling van de hoofdsom van € 17.000,- en de wettelijke rente daarover en dat hij daarboven wordt veroordeeld in betaling van de volgende proceskosten:

Soort Bedrag Toelichting
Reis- en verblijfkosten € 0 U procedeert bij gemachtigde zodat er geen recht is op vergoeding van uw reis- en verblijfkosten, u kunt immers uw gemachtigde naar de zitting sturen
Verletkosten € 0 U procedeert bij gemachtigde zodat er geen recht is op vergoeding van uw verletkosten, u kunt immers uw gemachtigde naar de zitting sturen
Salaris gemachtigde € 600 2 punten x € 300 = € 600, onbelaste proceskostenvergoeding
Buitengerechtelijke kosten € 945 € 875 + 1% (€ 17.000 – € 10.000) = € 945, zonder verhoging met btw omdat u btw kunt verrekenen
Dagvaardingskosten € 77,75 € 77,75 o.g.v. artikel 2a Btag, zonder verhoging met btw omdat u btw kunt verrekenen
Griffiekosten € 941 € 941,- o.g.v. bijlage behorend bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken, aangezien u ondernemer bent en de hoofdsom € 17.000,- bedraagt
Nakosten € 131 € 131,- aangezien er geen tegenvordering of betekening heeft plaatsgevonden en deze kosten niet de helft overschrijden van het salaris gemachtigde
Totaal € 2.695  

Meer informatie of hulp nodig?

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met:

Wat zijn de kosten?

Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.