WIA geweigerd: kan ik een herziening aanvragen?

Nadat u twee jaar ziek bent geweest bij uw werkgever doet u een aanvraag voor een WIA-uitkering. Vervolgens laat het UWV weten dat u voldoende arbeidsgeschikt bent zodat uw WIA-uitkering wordt afgewezen. Niet veel later verergeren uw klachten echter. Kunt u nu alsnog een WIA-uitkering krijgen?

Om deze vraag te beantwoorden bespreken we de volgende vragen:

  1. Wat is de WIA-uitkering?
  2. Wat is het verschil tussen een IVA- en WGA-uitkering?
  3. Wanneer komt u in aanmerking voor een WIA-uitkering?
  4. Hoe verloopt de aanvraagprocedure?
  5. Wanneer kunt u een herziening van de aanvraag indienen?

1. Wat is de WIA-uitkering?

WIA staat voor Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Dit is een arbeidsongeschiktheidsregeling voor mensen die al twee jaar ziek zijn en daardoor niet of minder kunnen werken en verdienen. Met een WIA-uitkering kunt u in eerste instantie tussen 70% en 75% van uw laatst verdiende loon ontvangen.

De gedachte achter de WIA is het opvangen van arbeidsongeschikten en deze te begeleiden naar arbeid die zij nog wel kunnen verrichten. De WIA is de vervanger van de WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering). Ondanks dat oude WAO-gevallen nog blijven bestaan, komen er geen nieuwe WAO-gerechtigden bij zodat we het hierna uitsluitend zullen hebben over de WIA.

2. Wat is het verschil tussen een IVA- en WGA-uitkering?

Op het moment dat de loondoorbetaling door de werkgever of de Ziektewetuitkering van het UWV bijna ten einde komt, is de volgende stap het aanvragen van een WIA-uitkering.

De WIA is verdeeld in twee regelingen: de IVA en de WGA. Uw situatie bepaalt onder welke regeling u valt:

  1. Inkomensvoorziening Volledig duurzaam Arbeidsongeschikten (IVA): deze regeling is bedoeld voor mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn. U bent meer dan 80% arbeidsongeschikt en er is geen of nauwelijks kans op herstel. De hoogte is in beginsel 75% van uw laatstverdiende loon. Uw laatst verdiende salaris waarover het percentage wordt berekend, wordt echter beperkt tot het maximum dagloon (1 januari 2018: € 54.614,- bruto).
  2. Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA): deze regeling is bedoeld voor mensen die na twee jaar arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk in staat zijn om te werken. Deze mensen zijn tussen de 35% en 80% arbeidsongeschikt of tussen de 80% en 100% maar met een redelijke kans op herstel. Zij worden begeleid naar passende arbeid. Binnen deze uitkering wordt nog onderscheid gemaakt tussen verschillende uitkeringstypes:
    1. Loongerelateerde uitkering (LGU): u ontvangt deze uitkering als u van de 36 maanden voorafgaand aan de uitkering 26 weken heeft gewerkt. De duur is afhankelijk van uw arbeidsverleden. U krijgt een maand uitkering voor elk jaar dat u heeft gewerkt tot maximaal 24 maanden. De hoogte van de uitkering is de eerste twee maanden 75% van uw laatste verdiende loon (minus 75% van het eventuele huidige salaris). Daarna is deze 70% van het laatst verdiende loon (minus 70% van het eventuele huidige salaris). In beide gevallen wordt de uitkering tot het maximum dagloon berekend.
    2. Loonaanvullingsuitkering (LAU): na de loongerelateerde uitkering kunt u een loonaanvullingsuitkering ontvangen indien u minimaal 50% van uw restverdiencapaciteit verdient. Als u nu € 18.000,- per jaar verdient terwijl u volgens het UWV € 30.000,- per jaar zou kunnen verdienen dan verdient u 60% van uw restverdiencapaciteit en komt u in aanmerking voor de loonaanvullingsuitkering. Ook deze uitkering bedraagt 70% van uw laatst verdiende salaris tot het maximum dagloon. Indien u 80-100% arbeidsongeschikt bent, krijgt u hoe dan ook een loonaanvullingsuitkering ongeacht uw eventuele inkomen.
    3. Vervolguitkering (VVU): indien u minder verdient dan 50% van uw restverdiencapaciteit valt u terug op de vervolguitkering na de loongerelateerde uitkering. Met de vervolguitkering kunt u onder het sociaal minimum terechtkomen in welk geval u een toeslag kunt aanvragen bij het UWV. De vervolguitkering is namelijk een percentage van het minimumloon en hangt af van het arbeidsongeschiktheidspercentage:
      Arbeidsongeschiktheidspercentage Uitkering
      35 tot 45% 28% van het minimumloon
      45 tot 55% 35% van het minimumloon
      55 tot 65% 42% van het minimumloon
      65 tot 80% 50,75% van het minimumloon

3. Wanneer komt u in aanmerking voor een WIA-uitkering?

Kring van verzekerden

U moet verzekerd zijn voor de WIA. Als u onder een van de volgende categorieën valt, bent u direct verzekerd:

  1. Werknemers die werkzaam zijn geweest op grond van een arbeidsovereenkomst bij een Nederlandse werkgever. Ook tijdelijk dienstverbanden, oproepkrachten of uitzendkrachten vallen hieronder.
  2. Burgers die een WW/ZW/WAO of WIA-uitkering hebben en in Nederland wonen.
  3. Werknemers met een leer-werkovereenkomst.
  4. Ambtenaren.

Vrijwillige verzekering

Ondernemers, mensen die besluiten hun werk te onderbreken of mensen die in het buitenland wonen zijn dus niet direct verzekerd voor de WIA.

Deze groep kan vrijwillig een WIA-verzekering afsluiten om zo toch niet uitgesloten te worden van het recht op een WIA-uitkering.

Vereisten

Om in aanmerking te komen voor een WIA-uitkering, moet worden voldaan aan de volgende vereisten:

  1. U bent op of na 1 januari 2004 ziek geworden.
  2. U bent minimaal 104 weken ziek.
  3. U bent minimaal 35% arbeidsongeschikt. Dit betekent dat u niet meer dan 65% kunt verdienen van het loon dat u verdiende voordat u ziek werd.

Uitsluitingsgronden

Verder zijn er ook de nodige uitsluitingsgronden. Op het moment dat u onder een uitsluitingsgrond valt, dan vervalt ook uw recht op een WIA-uitkering.

De uitsluitingsgronden zijn als volgt:

  1. U bent 65 jaar of ouder.
  2. U was al arbeidsongeschikt voordat u verzekerd was voor de WIA.
  3. Er is sprake van een langere wachttijd dan 104 weken, omdat uw werkgever bijvoorbeeld nog het loon moet doorbetalen vanwege een loonsanctie.
  4. U valt al onder een andere regeling, zoals de Ziektewet, WAO of een zwangerschapsregeling.
  5. U woont in het buitenland.
  6. U overlijdt.
  7. U bent gedetineerd.

4. Hoe verloopt de aanvraagprocedure?

Op het moment dat u verzekerd bent voor de WIA, u voldoet aan de vereisten en niet onder een uitsluitingsgrond valt, dan volgt u de WIA-aanvraagprocedure.

Als u bijna 88 weken ziek bent, ontvangt u een brief van het UWV met informatie over de WIA-aanvraagprocedure.

Indiening aanvraag

De termijn voor de aanvraag is hierbij van belang. U heeft namelijk tot week 91 van uw ziekteperiode om de WIA-uitkering aan te vragen. U dient een officiële aanvraag in bij het UWV en zendt de daarbij horende stukken mee.

Keuring

Vervolgens wordt u gekeurd om te kijken of er ook daadwerkelijk sprake is van arbeidsongeschiktheid. Eerst wordt u onderzocht door de verzekeringsarts en daarna zal een arbeidsdeskundige uw dossier bestuderen. Hieronder bespreken we wat de rol is van de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige bij de beoordeling van de WIA-aanvraag.

Verzekeringsarts

De verzekeringsarts van het UWV is een arts die onderzoek doet naar uw lichamelijke en/of psychische klachten. Hij brengt in kaart wat de klachten zijn (zoals: rugklachten of een depressie) en stelt vast welke beperkingen u daardoor heeft (zoals: beperking bij het tillen en dragen of het niet kunnen werken in een stressvolle omgeving) en of deze klachten tijdelijk of blijvend zijn.

De mogelijkheden en beperkingen worden in een zogeheten Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) opgenomen en onderverdeeld in een aantal categorieën: persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, aanpassing aan fysieke omgevingseisen, dynamisch handelen, statische houdingen en werktijden.

In het gesprek met u zal de verzekeringsarts vragen naar uw klachten, medicatiegebruik, behandelingen, leefpatroon, vrijetijdsbesteding etc. Doorgaans zal hij ook medische gegevens (met uw toestemming) opvragen bij de huisarts en eventuele behandelaars.

Arbeidsdeskundige

De arbeidsdeskundige beoordeelt wat voor soort werk u nog eventueel kun verrichten aan de hand van het rapport van de verzekeringsarts. De arbeidsdeskundige berekent vervolgens het verschil tussen het inkomen dat u zou verdienen indien u niet arbeidsongeschikt zou zijn geworden en het inkomen dat u nog zou kunnen verdienen met het werk dat u nog wel kunt verrichten.

Het verschil hiertussen wordt uitgedrukt in een percentage en dat bepaalt het arbeidsongeschiktheidspercentage. Als u dus met ander werk 75% kunt verdienen van uw oude inkomen dan bent u slechts voor 25% arbeidsongeschikt. Omdat dit minder is dan 35% komt u niet in aanmerking voor een WIA-uitkering.

Beslissing

De verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige stellen een rapport op. Op basis hiervan bepaalt het UWV of en in welke mate u arbeidsongeschikt bent en dus ook onder welke regeling u zult vallen. Indien wordt vastgesteld dat u minder dan 35% arbeidsongeschikt bent, wordt uw WIA-aanvraag afgewezen.

Bezwaar en beroep

U kunt dan binnen zes weken bezwaar indienen tegen dit besluit. In de bezwaarprocedure wordt u beoordeeld door een andere verzekeringsarts (bezwaarverzekeringsarts). Ook zal een andere arbeidsdeskundige (bezwaararbeidsdeskundige) opnieuw naar uw zaak kijken.

U leest hier meer over het indienen van bezwaar. Mocht u dreigen te laat te zijn met uw bezwaar dan vindt u hier tips over het tijdig indienen van bezwaar.

Na de bezwaarprocedure kan het zo zijn dat u alsnog wordt toegelaten tot de WIA. Indien dat niet het geval is, kunt u nog in beroep bij de rechtbank en in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.

5. Wanneer kunt u een herziening van de aanvraag indienen?

Het is onder bepaalde omstandigheden ook mogelijk om een herziening aan te vragen wanneer uw WIA-uitkering (definitief) is afgewezen. Dit kunt u ook doen wanneer uw WIA-uitkering is beëindigd door het UWV.

Dat uw WIA-uitkering is afgewezen of beëindigd, betekent immers niet dat uw gezondheid helemaal is verbeterd. Het kan voorkomen dat uw gezondheid na een bepaalde periode juist verslechtert.

Vereisten

De vereisten voor een dergelijke herziening zijn als volgt:

  1. Binnen vijf jaar: een herziening kan worden verzocht als uw WIA-aanvraag minder dan vijf jaar geleden is afgewezen, omdat u 65% van uw oude loon kon verdienen ofwel omdat u minder dan 35% arbeidsongeschikt was. In dat soort gevallen hoeft u niet (opnieuw) de wachttijd van 104 weken ziekte af te wachten, maar kunt u direct een herziening van de aanvraag indienen. Dit geldt ook voor gevallen waar wél een WIA-uitkering werd genoten, maar de uitkering werd gestopt om dezelfde bovengenoemde reden.
  2. Zelfde ziekteoorzaak: het moet gaan om toegenomen medische beperkingen met dezelfde ziekteoorzaak. U moet dus nog zieker zijn geworden door de medische oorzaak waardoor u voorheen ook ziek was. Een verzekeringsarts dient dan ook weer opnieuw te beoordelen of uw beperkingen inderdaad zijn toegenomen en of deze ook door dezelfde ziekteoorzaak zijn verergerd.

We bespreken hieronder een voorbeeld.

Verergering longklachten

U heeft longklachten en u bent van mening dat u daarom niet meer kunt werken. U geeft dit aan als reden bij uw WIA-aanvraag. Het UWV oordeelt dat u toch minder dan 35% arbeidsongeschikt bent. U komt dus niet in aanmerking voor een WIA-uitkering.

Een jaar later zijn uw longklachten verergerd en u heeft nog meer beperkingen dan voorheen als gevolg van die klachten. Uw verergerde beperkingen moeten een gevolg zijn van de eerder aangehaalde longklachten en mogen niet een gevolg zijn van een andere ziekte.

Als dit het geval is, kunt u een herziening van de eerdere WIA-aanvraag verzoeken. Het UWV zal dan opnieuw beoordelen of u onder de nieuwe omstandigheden alsnog in aanmerking komt voor de WIA-uitkering. Het kan echter zo zijn dat uw arbeidsongeschiktheidspercentage wel omhoog is gegaan (bijvoorbeeld: van 15% naar 25%) maar dat u nog steeds onder de 35% komt zodat uw WIA-aanvraag wederom wordt afgewezen.

Datum melding

Verder is de datum van de melding bij het UWV van groot belang. Op het moment dat u zich meldt bij het UWV en u een herziening van de WIA-aanvraag verzoekt, dan wordt op die datum gekeken naar uw gezondheid. Het is dus belangrijk dat u voor de melding al de nodige medische informatie heeft verzameld over uw gezondheid.

Als u op een later tijdstip medische informatie verzamelt of aanlevert (zoals een second opinion van een arts), kan het UWV oordelen dat de medische informatie van latere datum is en om die reden niet mag worden gebruikt bij de beoordeling van uw herzieningsverzoek.

Voorbereiding

Om die reden is een goede voorbereiding van groot belang. Een goede onderbouwing van uw herzieningsverzoek met relevante bewijsstukken is namelijk essentieel. Hierbij kunnen doktersverklaringen en andere verklaringen van belang zijn. Om zo goed mogelijk uw zaak voor te bereiden, is het raadzaam om een gespecialiseerd advocaat in de arm te nemen, die u kan voorzien van deskundig advies en de procedure met u kan doorlopen.

 

Meer informatie of hulp nodig?

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met:

Wat zijn de kosten?

Klik hier voor meer informatie over de wijze waarop uw advocaatkosten kunnen worden vergoed en welke betalingsmethoden ons kantoor hanteert.