
In een recente uitspraak van de Hoge Raad kreeg een verdachte strafvermindering vanwege onredelijke vertraging in de cassatieprocedure, nadat hij eerder in hoger beroep al strafkorting had ontvangen. De verdachte was veroordeeld voor deelname aan een terroristische organisatie. In cassatie voerde hij onder meer aan dat ook de cassatiefase te lang had geduurd, hetgeen volgens hem in strijd was met zijn recht op berechting binnen een redelijke termijn. In dit blog bespreken wij de vraag of ook bij ernstige misdrijven, zoals terrorisme, recht bestaat op strafvermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn. Eerst gaan wij in op de achtergrond van deze zaak.